Recensie Mieke: Vroeger schreef ik van J.M.A. Biesheuvel

Nagelaten verhalen van J.M.A. Biesheuvel, inclusief onbekende verhalen gevonden na de dood van de schrijver.

Vroeger schreef ik ***

Vroeger schreef ik, nu leef ik! schijnt Maarten Biesheuvel vaak gezegd te hebben. Ongetwijfeld nadat hem voor de zoveelste keer was gevraagd of er nog wel eens iets nieuws zou verschijnen. Biesheuvel, in 1972 glorieus gedebuteerd met de bundel In de bovenkooi was sinds het begin van de jaren 90 stilgevallen, ten prooi aan depressies en wanen. Dat gekke zat er altijd al in, het was een deel van zijn succes, maar het was te erg geworden.

Dat er na zijn dood in 2020 nog manuscripten werden gevonden, was dan ook een grote verrassing. Samen met verhalen die alleen maar in tijdschriften zijn verschenen, zijn ze nu postuum uitgebracht. Een goed idee! Niet alle verhalen zijn even goed, je kunt je er toch geweldig mee vermaken. De drie Gompeltje-verhalen, in 1962 in het Leids Universiteitsblad gepubliceerd, doen nogal gedateerd en Godfried-Bomans-achtig oubollig aan. Wel hebben ze al die Biesheuveliaanse grilligheid: Als de schrijver ziet hoe studentensociëteit Minerva wordt gesloopt, lezen we: ‘Plotseling valt mijn oog op een klein mannetje, een zot klein kereltje, dat met brokken puin in een kruiwagen verzameld onder de steigers rent.’ De kabouter bouwt in een vergeten hoekje ‘een tempeltje van oud gruis, gewijd aan die oude patricische fijnzinnigheid, beschaving en fijngevoeligheid.’

Veel verhalen hebben die absurde twist, veel zijn er ook regelrecht autobiografisch, maar dat er iets geks gaat gebeuren, is zeker. Zo kan het zomaar gebeuren dat een loodgieter aan de praat raakt met een mol die hem vraagt of hij een twaalfbaanskruipweg aan wil leggen omdat hun wegennet verouderd is. ‘ Molletje molletje achter elkaar aankruipen houdt nogal op, vooral in het spitsuur’. In ‘Brand’ maken we kennis met een man die op bevel van zijn vrouw hun houten huis steeds extremer beveiligt, totdat het er door de brandladders, bliksemafleiders en sprinklerinstallaties uitziet als een ‘architectonisch wanproduct’, en het in elkaar stort.

Wat je bijblijft na die meer dan vijftig verhalen is zijn ongebreidelde fantasie. Tijdens zijn leven was hij een enorme angsthaas. Hij leefde op pillen en was volkomen afhankelijk van zijn vrouw Eva (die eerder overleed dan hij, aan haar is het laatste verhaal gewijd) Maar als schrijver was hij schaamteloos. Hoe wisselvallig deze bundel ook is, ik koester hem toch. Een schrijver als Biesheuvel is zeldzaam, alles van hem is de moeite waard. En meer dan dit komt er niet. Hij overleed vorig jaar.

Uitgeverij Brooklyn 252 blz. €20