Recensie Miekes Leesclub: U begrijpt dus van Claudio Magris

Deze week recenseert Mieke van der Weij het boek 'U begrijpt dus' van Claudio Magris. Hierin houdt een jonge vrouw een korte monoloog tot haar geliefde. U leest hier wat zij van dit boek vindt.

U begrijpt dus van Claudio Magris****

Sinds de intrede van de computer zijn boeken gemiddeld veel dikker geworden. In die theorie geloof ik heilig. U hebt mij soms horen mopperen dat een roman wel een strengere hand van redigeren had kunnen gebruiken. Soms haal ik met de tong op mijn schoenen de laatste bladzijde. Hopelijk hebt u dan ook begrip dat ik deze drukke week niet heb gekozen voor de laatste van A. F. Th. van der Heijden (1408 pagina’s) maar voor een boekje van Claudio Magris, dat er 48 bevat. Dat je daar óók een hele wereld in kwijt kunt, bewijst deze gelauwerde schrijver uit Triëst, die inmiddels tegen de tachtig loopt, en ook zijn sporen heeft verdiend als filosoof.

In U begrijpt dus heeft Magris een moderne en verrassende draai gegeven aan het verhaal van de zanger Orpheus, die zijn gestorven vrouw Eurydice mocht terughalen uit het dodenrijk (mits hij zich niet om zou draaien om haar aan te kijken). Het wordt verteld vanuit de vrouw, die zich in het “Tehuis” bevindt, een schimmenrijk, waar het licht gesluierd is en waar iedereen op elkaar lijkt. Ze richt zich tot “meneer de Voorzitter” en bedankt hem voor de speciale toestemming die hij haar man heeft verleend om haar te komen halen. En ze wil hem uitleggen waarom ze die kans niet heeft gegrepen…. Ze wou niet!

Niet dat ze niet van haar man gehouden heeft: veel juist en hij ook van haar. Een echte grote liefde. Ze beschrijft hem als een kwetsbare, van zichzelf vervulde schrijver, “gretig, onbeheerst, impulsief, altijd een hapje en een glaasje te veel”, die zijn oeuvre voor een groot gedeelte aan háár te danken had. “Als ze hem hebben verwend met al die lauweren en literaire prijzen, is dat mijn verdienste, want ik heb zijn teksten ontdaan van veel vet en veel sentimentele brij – o, wat een ballast is er dankzij mij in de prullenmand beland.”

Het is een vilein, geestig en zeer herkenbaar portret van een auteur, geklonken aan zijn vrouw en muze, die hem fysiek in het gareel houdt, en zijn avontuurtjes met bewonderende dames door de vingers ziet.

Aanvankelijk volgt ze hem, door gangen en langs drassige plekken, door dat onmetelijk grote “Tehuis” met al die schimmen. Ze holt achter hem aan, ze stelt zich voor hoe hun liefde weer tot leven zou komen, maar opeens dringt het tot haar door:

‘Nee, hij was niet gekomen om me te redden, maar om te worden gered.”

Hij zal haar vragen hoe het was, een dichter moet het geheim van het leven immers ontdekken. “Hoe zou ik hem kunnen zeggen dat het hier binnen, afgezien van het zwakkere licht, net zo is als daar buiten? Dat wij ons achter de spiegel bevinden, maar dat de achterkant ook een spiegel is, net zoals de andere.”

En daarom zorgt zíj ervoor dat hij omkijkt, zodat hij, gekweld maar sterk, terug kan naar het leven. De liefde blijft intact. Wat een diep en hartverscheurend proza. Wat een rijkdom in 48 pagina’s! En nog mooi vertaald ook.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek U begrijpt dus van Claudio Magris gerecenseerd. Benieuwd wat zij van het boek vinden? U leest het hier.

Volgende week

bespreekt Mieke De greppel van Herman Koch.