Recensie: De twaalfjarige bruiloft van Maeve Brennan

Zeven schrijdende verhalen over het ongelukkige liefdeloze huwelijk van Delia en Martin Bagot.

De twaalfjarige bruiloft ****

Maeve Brennan is een Ierse schrijfster die begin jaren vijftig furore maakte met korte verhalen in The New Yorker. Ik had nog nooit van haar gehoord. Intelligent, geestig, beeldschoon. ‘She was a petite woman who frequently dressed in black and liked wearing large dark glasses’. Op foto’s zie ik een donkerharige elegante verschijning.

Wat een contrast met haar tragische einde: drankzucht, een excessief uitgavenpatroon, een manisch-depressieve man die knettergek werd, gevolgd door een eenzaam reizend bestaan met honden en katten. Af en toe mocht ze overnachten op het damestoilet van de The New Yorker (wat aardig!). En ze brak wel eens in bij het redactiekantoor, waar ze haar woede uitleefde op het meubilair. Ze stierf berooid en in de war in een verzorgingstehuis in 1993.

Geen wonder dat de hoofdpersoon uit deze verhalenbundel, Delia Bagot, een vrouw is die zich gevangen voelt. Ze woont met man en twee dochtertjes in een doodlopende zijstraat in een voorstad van Dublin. Hoe treffend. Ze wil de kamer van haar man opvrolijken met bloemen uit de tuin, want ze zijn twaalf jaar getrouwd. Die ochtend heeft hij niets gezegd. ‘Hij was het vergeten. En ze liep de kamer uit en sloot de deur rustig achter zich, zonder te weten of ze boos was op hem of op zichzelf.’ Na haar gedachten komen de zijne aan de beurt: hij wist heel goed dat het zijn trouwdag was, maar hij wil met rust gelaten worden. Een schrijnend verhaal van twee mensen die volkomen onbereikbaar voor elkaar zijn geworden, heel precies en prachtig verwoord.

Maeve Brennan belangrijkste onderwerpen zijn eenzaamheid, kwetsbaarheid, wanhoop spijt en angst, lees ik op de achterkant. Tja, goede literatuur gaat hier natuurlijk bijna altijd over, maar Brennan is een meester op de vierkante centimeter: schrijnend en ingetogen tegelijk maakt zij de wanhoop van Delia voelbaar, door alle ruimtes heel precies te omschrijven. Zelfs de tuin is ommuurd. Haar man slaapt allang apart, stiekem slaapt hond Bennie bij haar.

Het is opvallend dat Brennan, die allang in Amerika woonde, haar verhalen situeert in het benauwende Ierland van de jaren 50. Ontsnappen is onmogelijk, al droomt Delia wel, een tapijt in de tuin dat geklopt moet worden is genoeg: de twee kinderen en Bennie op het kleed installeren en wegvliegen! Je vraagt je als lezer af hoe het komt dat Delia zo verzenuwd is, en daar krijg je in het verhaal ‘Het oudste kind’ een mogelijk antwoord op. Haar zoontje stierf na drie dagen en begrip voor haar verdriet was er nauwelijks. ‘Ze wilde alleen maar zeggen hoe ze zich voelde maar ze spraken van Gods wil alsof ze een deur dicht sloegen tussen haar en een verboden terrein.’ Hier komt haar afkeer van de katholieke moraal om de hoek.

Maeve Brennan, weer zo’n voorbeeld van een in de jaren tachtig in de vergetelheid geraakte en nu herontdekte. En nu dus ook eindelijk vertaald, móói vertaald door Rosalien van Witsen. Met de knipsels van kunstenares Charlotte Schrameijer is het een prachtig boekje geworden.

Volgende week

bespreek Mieke Klaproos van Anne-Fleur van der Heiden.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek De twaalfjarige bruiloft gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.