Thomas Verbogt: Hoe alles moest beginnen

Thomas sluit een bijzondere vriendschap met zijn overbuurmeisje Licia, als ze zes zijn. Allebei gekwetste kinderen begrijpen ze elkaar zonder woorden. Aan hun intense nabijheid komt een einde als Licia zes jaar later verhuist. Maar hun hele leven blijven ze een rol spelen in elkaars bestaan.

Thomas Verbogt: Hoe alles moest beginnen ****

Het oeuvre van Thomas Verbogt is een genre op zich. Ik ken tenminste geen schrijver die zo consequent is in zijn thematiek. Al zijn boeken hebben een weemoed toon, ze gaan over het onverbiddelijke verstrijken van de tijd, Verbogt verzet zich daar tegen, hij wil die tijd terughalen.. Verloren liefdes, hunkering, het is allemaal moeilijk te verwoorden en ongrijpbaar: Verbogt blijft het proberen. En hij slaagt er ook nog in zonder sentimenteel te worden, en dat is best knap. Heel lang bleef hij een ‘writers writer’, iemand die vooral door collega’s werd gewaardeerd, maar sinds zijn vorige boek ‘Als de winter voorbij is’ heeft het grote publiek hem ook ontdekt. Hij stond er mee op de shortlist van de Libris Literatuurprijs.

In “Hoe alles moest beginnen’ is er een ik, die Thomas heet. Vertrouwd Verbogtdecor: Nijmegen. En Licia, die eigenlijk Alicia heet. Ze zijn overburen. Ze zijn twaalf jaar en zijn zielsverwanten. Ze hebben weinig woorden nodig om elkaar volledig te begrijpen. Samen creëren ze een verzonnen leven, want het echte leven vertrouwen ze niet. Kinderen op de drempel van de puberteit. Dan gebeurt er iets ingrijpends: Licia’s moeder sterft (tegen het eind van het boek zullen we er pas achter komen wat er is gebeurt) en ze verhuist met haar vader naar Italië, Thomas verweesd achterlatend.

Elkaar loslaten kunnen ze geen van beiden. We komen we ze weer tegen bij vluchtige ontmoetingen als ze eenentwintig zijn, als ze bijna veertig zijn… Vervreemdende scènes zijn het: op geen enkele manier kunnen ze iets terughalen van hun stilzwijgende bondgenootschap. En toch lijkt het, in ieder geval voor Thomas, het allerbelangrijkste in zijn leven. Wat hij verder ook doet, met wie hij zijn leven ook doorbrengt: het lijkt er allemaal niet toe te doen. Het leven lijkt aan hem voorbij te gaan. Hij blijft maar terugverlangen naar die symbiotische vriendschap.

Er gebeurt wel iets: in het laatste deel, als ze drieënzestig zijn, schrijft hij “Wat vervaagde is de wil met elkaar te zijn, op de een of andere manier aan het leven deel te nemen, te weten dat we op elkaar kunnen rekenen. Dat bestond allemaal alleen nog maar als mogelijkheid. Een mogelijkheid kan natuurlijk ook inspirerend zijn. En troostrijk. Maar naarmate ik ouder werd, bleek de mogelijkheid steeds abstracter, meer een dunne gedachte dan iets wat ooit nog geconcretiseerd kon worden.’

Ik vind het lezen van Thomas Verbogt een heel bijzonder genoegen. Temidden van al die romans die heel veel over de wereld willen vertellen, zoemt hij juist in op iets heel simpels, maar ook iets heel universeels. Bij hem geen politiek, geen straatrumoer, geen grote thema’s.

Vorige week was er op tv een film te zien over het schrijverschap van Verbogt, van Diteke Mensink: ‘Ik begon te schrijven toen ik drie was. Verbogt lag toen lange tijd in het ziekenhuis. Ook dat element keert weer terug in dit boek. Daar is het allemaal begonnen, dat schrijverschap. Maar dat kan natuurlijk ook een achteraf bedachte constructie zijn. Of is dat te cynisch van mij?

Volgende week

bespreekt Mieke Het monster van Essex van Sarah Perry 

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Hoe alles moest beginnen gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.