TV Toen: Mensen zoals jij en ik

In de rubriek TV Toen biedt de NCRV-gids wekelijks een terugblik op de tv-geschiedenis. Deze week gaan we terug naar 1981, naar de tv-serie Mensen zoals jij en ik.

Een Duitse scenarioschrijver die zijn loopbaan begint met pennenvruchten voor de Hitlerjugend en de SS plus een Nederlandse acteur die het niet lukt aangenomen te worden op de toneelschool… Het is een samenwerking die zo op papier wellicht de wenkbrauwen doet fronsen, maar in de Nederlandse televisiepraktijk van 1981 blijkt het een zeer succesvolle combinatie. Mensen zoals jij en ik van de hand van Herbert Reinecker is maandelijks op de buis. Een aflevering bestaat meestal uit drie, op zichzelf staande verhalen.

Droevige clown

Constante factor is Kees Brusse, die telkens andere, zeer uiteenlopende rollen vertolkt. Brusse loopt dan al tegen de zestig en staat bekend om zijn ingetogen spel. In Mensen zet hij een droevige clown neer, een jonge oplichter of een saaie kantoorklerk die hartstochtelijk verliefd wordt op Willeke van Ammelrooy.

Schuld en boete

Reineckers schrijfsels tillen Brusse op en in 1982 winnen ze de Televizier-Ring. Na 12 afleveringen, met daarin 32 verhalen, stopt de reeks in 1985. Reineckers scenario’s kenmerken zich door de wijsheid die doorklinkt in ogenschijnlijk oppervlakkige dialogen. Ook de thema’s schuld en boete komen vaak in zijn werken terug. Wellicht is dit terug te voeren op de start van zijn carrière.

Weet u het nog?

Wie zingt de titelsong van de serie?

a) Gerard Cox
b) André Hazes
c) Niemand: de intro is instrumentaal

Het juiste antwoord staat onder het fragment.

Terugzien

Hieronder staat de aflevering Brief van een onbekende uit 1982. Ellen Vogel speelt hierin een gastrol. Saillant detail: Brusse kijkt hierin als zijn personage naar een aflevering van Wie van de drie. In het echte leven is Brusse vast panellid in deze quiz.

Alle drie de antwoorden zijn goed. In het eerste seizoen zingt Gerard Cox de titelsong, een seizoen later is dat André Hazes en in het laatste seizoen is gekozen voor een instrumentaal intro.

Redactie: Roel van Bekkum