informatief
05 december 2025
Fotocredit: Willem Jan de Bruin

Tijs van den Brink: ‘God helpt mij een beter mens te zijn’

De houding tegenover geloof is aan het veranderen, constateert Tijs van den Brink aan de vooravond van een nieuw seizoen ‘Adieu God?’. ‘Ik heb de indruk dat we op een kantelpunt zitten.’

Bij de meeste mensen is het geloof met de paplepel ingegoten. Hoe ging dat bij jou?

“Ik kom zelf ook uit een gelovig nest. Veel mensen zouden het zelfs strenggelovig noemen, al heb ik dat zelf nooit zo ervaren. Wel als ernstig en serieus, maar nooit als beklemmend. We hadden geen televisie, maar dat was vooral omdat mijn ouders dat afleidend vonden en ze wilden dat we hard studeerden. Op mijn achttiende mocht ik een tv kopen en die op mijn kamer zetten. Ik weet nog dat ik daar de Engelse bekerfinale op keek. Ik voetbalde zelf ook, bij Sparta Nijkerk. Mijn vader was er niet enthousiast over en is nooit komen kijken. Hij is wel een keer naar de club gekomen omdat ik had verteld dat er veel gevloekt werd.”

Inspireren je gasten je tot een andere geloofsbeleving?

“De Vlaamse psychiater Dirk De Wachter had een goed verhaal. Hij is ervan overtuigd dat we ook om anderen kunnen geven zonder God, dat we onze naasten kunnen liefhebben zonder iets hogers. Dat vertelt hij vol vuur en heel overtuigend. Dat vind ik mooi. Tegelijkertijd vraag ik me af of dat vol te houden is. Lukt dat ook als er niet een God is die tegen je zegt: ‘Hé, niet alleen van jezelf houden, ook van anderen!’”

Welke gasten hebben je aan het twijfelen gebracht?

“Er was een jaar dat ik glasharde geloofsontkenners sprak, Arjen Lubach en Wilfred Genee bijvoorbeeld. Toen kreeg ik weken achter elkaar te horen dat ik in kabouters geloofde, want zo zien zij dat. Toen had ik wel even een weekje rust nodig en een extra kerkdienst om me met het geloof te voeden. Het komt zelden voor dat ik na een gesprek met een niet-gelovige jaloers ben. Ik zeg ‘zelden’, maar eigenlijk bedoel ik ‘nooit’. Soms vind ik het fijn voor mensen dat ze bevrijd zijn van een beklemmend juk, als het geloof dat voor hen was. Dan kan ik best met ze meevoelen dat het beter voor ze is om daar afscheid van te nemen. Of als er misbruik in het spel is. Fantastisch dat ze daar weg zijn. Maar mensen die gestopt zijn met God en zeggen dat ze nu gelukkiger zijn? Die snap ik ten diepste niet.”

Het hele artikel leest u in de NCRV-gids van week 19. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Maarten van der Meer

Back to top