Wat is er lang geleden gebeurd op het Goese platteland? Een roman over vriendschap en verraad, houvast en onrust, over landschap en herinnering.
Adrie Vermeulen is een typisch Van Toortelboom-figuur. De West-Vlaamse schrijver schrijft vaak over getroebleerde personages, zwijgzame, koppige eenzaten, veelal woonachtig op het platteland.
Adrie is een man alleen die zijn erf in de buurt van Goes met hand en tand verdedigt tegen wat hij ‘het centrum der onderdrukking’ noemt. We zouden hem nu een autonoom noemen. De gemeentelijke milieudienst wil toegang tot zijn erf vol verroeste landbouwmachines en verwilderde braamstruiken, maar hij wacht ze op met een windbuks. Het huis, al in het bezit van zijn voorvaderen, is zwaar verwaarloosd. Op het erf van Arie komen hangjongens uit de streek, ze sleutelen er aan brommers en bestrijden elkaar met eigengemaakte vuurwerkbommen. Mooi detail: er lopen pauwen rond.
Een van hen is Lou, een lange magere jongen, plankerig. Hij loopt ‘traag en stroef, een weerstand in de benen, alsof er in zijn lichaam een oud motorblok met versleten tandwielen verborgen zat dat hem aandreef.’ Van Toortelboom zet hem in een paar zinnen zo meesterlijk neer! Lou doorgrondt wel razendsnel de mechanische werking van een zeldzame motor. Een typische autist al wordt hij niet zo genoemd. Ook roept hij steeds ‘Kankermongool’ (Gilles de la Tourette?) En dan is er Ko, de vriend van Lou. Ko vertelt het verhaal vanuit het heden waarin hij terugkijkt. Adrie en Lou leven inmiddels niet meer. ‘Alles kaatst terug tegen en door de dood van Lou. Vervloekte, typische Lou.’
Hij is, in tegenstelling tot Lou, een keurig burgermansbestaan gaan leiden met vrouw en kinderen en een kantoorbaan bij een bedrijf dat in uien handelt. Sinds Lou’s vormt zich een zwarte poel in zijn hoofd. Ko bestrijdt de groeiende onrust met het nemen van ijskoude baden in een kuip in zijn achtertuin. ‘Zolang Lou leefde hield de woelrat in mijn lijf zich rustig in de donkerte van een gangenstelsel waar geen eind aan kwam, even heel kort de kop door de grasplag, om dan weer te verdwijnen’.
Wat is er destijds gebeurd? Van Toortelboom bouwt de spanning voorbeeldig op en geeft beetje bij beetje informatie prijs. Zo ontvouwt zich langzamerhand het drama waar Lou een hoofdrol in speelde, een verhaal over vriendschap en verraad. Het boek is zo zorgvuldig gecomponeerd dat het me soms irriteerde. Raar he? Zo’n schrijver die net iets te nadrukkelijk aan de touwtjes trekt.
Dat gevoel wordt nog versterkt door een extra laag van twee zusjes, die vanuit het hiernamaals commentaar geven. ‘Wij zijn verbrand in een buitenwijk van Goes.’ Wie zijn deze meisjes die ‘als schikgodinnen boven het landschap spoken?
Bij de laatste roman van Michael Driessen kwam ik ook al drie Noorse schikgodinnen tegen, maar dit terzijde. Van mij mogen ze weg, ik heb genoeg aan de prachtige, duistere beschrijvingen van Vantoortelboom. Hoe Ko’s gekwelde ziel wordt verbeeld in het landschap. ‘Het land braakt me op uit haar geheugen.’ Prachtig.
Ik las dat het verhaal op waarheid gebaseerd is. Het verzet van Arie tegen de verkaveling heeft ervoor gezorgd dat dit stuk Goese landschap er nog steeds uitziet als eeuwen geleden. Iedereen is hem nu dankbaar.
Uitgeverij Cossee 192 blz. € 22,99 (e-boek € 14,99)