Een zwarte vrouw veroorzaakt met de SUV van haar ex een ongeluk met dodelijk afloop.
‘‘Niemand had de zwarte SUV zien aankomen’, is de eerste zin van Black-out, en het is een omineuze. In dit luxueuze villadorp, waar vogels kwinkeleren, en waar een computergestuurde grasmaaier zacht zoemend zijn baantjes trekt, voltrekt zich een ramp. De zwarte stemactrice Grace is op weg naar haar ex-man, die er net is komen wonen met zijn nieuwe liefde, een topmodel. Grace raakt de weg kwijt en rijdt dwars door een heg waar een kinderpartijtje aan de gang is. Ze kan zich er later niets van herinneren dat ze een meisje heeft doodgereden.
Met superieur venijn heeft Thomése de inwoners van Blankendael geschetst, en de manier waarop ze stuk voor stuk reageren op dit ongeluk. De vader, Mark, is een karikaturale macho en grootgeldverdiener op de Zuidas, hij stopt zijn verdriet weg en denkt alles met aanpakken en regelen te kunnen oplossen. Tessel, de huilende moeder die met het lijkje gaat slepen en zich melodramatisch in het graf stort, kan hij allang niet meer bereiken. En de ex van Grace, maakt zich alleen maar zorgen om mogelijke reputatieschade. Hij heeft zich als zwarte man nét een positie verworven in deze enclave.
In deze wereld vol over het paard getilde rijkelui is Grace degene die mentaal het meest worstelt. Ze voelt zich schuldig omdat ze zelf een levend dochtertje heeft. ‘De luxe, denkt ze, de belachelijke luxe om je kindje opzettelijk achter te kunnen laten. Om even vrij te zijn, vrij te hebben van je eigen kind. Dat zullen die ouders niet gedacht hebben toen ze terugliepen van de begrafenis.’ Mooi is de scène waarin Tessel haar opzoekt in haar eenvoudige appartement, en er zowaar enige toenadering ontstaat. Ze voelt opluchting. ‘Het verwart haar dat Grace Rainville zo anders blijkt te zijn dan ze heeft gedacht. Het wordt ingewikkeld om deze vrouw te haten. Ze moet toegeven dat ze haar zelfs een klein beetje aardig vindt.’
Ik denk dat ik Thomése al volg sinds hij in 1991 met zijn verhalenbundel Zuidland de AKO Literatuurprijs won. Een boek van hem is altijd weer een nieuw avontuur. Het bekendst werd hij met Schaduwkind, uit 2003 over zijn jonggestorven dochtertje. ‘Ik had nooit gedacht dat ik zoiets zou kunnen schrijven’ zei hij. In 2009 verraste hij met J.Kessels: The novel, een leuk ranzig boek over een kettingrokende sul. Vreselijk om gelachen, en het is ook nog leuk verfilmd met Frank Lammers en Fedja van Huet. Dus je weet het nooit met hem, alleen dat het goed geschreven is en dat er bijna altijd humor in zit.
Want ondanks de thema’s rouw, verlies en schuld, toch niet de minste, valt er nu ook veel te gniffelen. Over de manier waarop het leed wordt geëxploiteerd, de geldbeluste advocaten, de lokale tv-makers die van de uitvaart een gelikte show willen maken, de lijkstoet die wordt voortgetrokken door witte paarden en het dode meisje, bedolven onder een laag witte orchideeën. En de rouwcoach met haar clichés, alles is kitsch geworden in dit universum. Het gekke is dat je je nog kunt voorstellen dat het zo echt kan gebeuren ook.
Uitgeverij Prometheus 342 blz. € 24,99 (e-boek € 14,99)