Amande trekt zich na een groot verlies terug in een afgelegen huis in Auvergne.
Er zijn schrijvers die maanden in de Bestseller 60 staan, jaren soms. Anya Niewierra met vijf titels! Ook Mélissa Da Costa, met twee. In de kranten lees je geen recensies, het wordt literair niet serieus genomen, maar het verkoopt als een malle. Waarom laat ik ze altijd links liggen? Snobisme? Wat maakt ze aantrekkelijk? Ik denk dat ik het weet: Het heeft te maken met voorspelbaarheid. Je kunt je er geen buil aan vallen. En nadenken hoeft ook niet.
Verteller Amande, die haar grote liefde heeft verloren door een motorongeluk, en daarna ook nog eens haar ongeboren baby, is in diepe rouw. Aan het begin van het verhaal huurt ze een huis in de Auvergne, waar ze zich opsluit. Ze wil niemand zien, en leeft wekenlang als een zombie op slaappillen. Ze houdt de luiken letterlijk en figuurlijk gesloten.
Maar je weet dat dat niet zo blijft. Langzaam zal ze zich weer openen. En dat gebeurt ook. Er is een magere grijze, schuwe kat vol vlooien, en je weet: die wordt een vriend. En ja hoor. Ook de dochter van de overleden huiseigenares van het huis is een breekijzer, en brengt de buitenwereld langzaam binnen. Dat is lekker om te lezen, alles wordt langzaam beter, een sprookje waarvan het einde happy is. Maar het is ook vreselijk saai!! Het voelt allemaal zo bedacht.
Ook de taal is saai: Pijn is snijdend, en iemand lijkt bevangen door emoties. Naar een mooie metafoor is het zoeken met een zelfgemaakte geurkaars.
Amande laat eerst een streepje licht binnen, dan een vlinder, dan die kat, steeds opent ze zich een beetje verder. Haar baan op het gemeentehuis van Lyon wordt beschreven als zo geestdodend, je weet dat ze niet meer terug zal gaan. Ze ontwikkelt zich op een heel andere manier.
De tuin! De natuur! Helend! Met behulp van de oude dagboeken/kalenders van de vorige bewoner brengt ze de oude moestuin weer tot leven. Ze maakt appelmoes, ze oogst kolen en veldsla. En dat niet alleen: ze ontwerpt rituelen voor zichzelf, ze knoopt linten aan de wilg en zet kaarsjes rondom een boom. Een den wordt een plek waar ze praat tegen haar overleden man, een joviale jongerenwerker met een Peruaanse muts. Kortom: spiritualiteit van de vaagste soort. Langzaam vindt ze haar weg terug naar de familie van haar man, en de maatschappij. Ook de jongeren komen op bezoek. Ze houdt het zelfs een paar dagen uit met haar vervelende, egoïstische moeder. Het komt weer helemaal goed met Amande.
Melissa Da Costa is een Franse schrijfster van 34, die veel succes heeft. Ze wordt vaak een feelgoodschrijver genoemd, maar zelf vindt ze dat dat haar geen eer aandoet. Raar. Dit is precies wat het is: het leest lekker weg maar het stelt weinig voor. Waarom zou je daar moeilijk over doen? Lezers moeten hier lekker van genieten, maar ik ben te veel verpest met boeken die me wel iets te bieden hebben.
Uitgeverij Manteau 284 blz. € 22,99 (e-boek € 13,99)