Charles Dickens heeft in 1843 vier kinderen en moet de eindjes aan elkaar knopen. Zijn vrouw is zwanger van de vijfde en hij verdient niet veel met zijn journalistieke schrijfwerk. Dickens is bezig met een pamfl et tegen kinderarbeid als hij de geest krijgt en er een verhaal over Kerst van besluit te maken. A Christmas Carol wordt vlak voor de kerstdagen uitgegeven en is direct een groot succes. De eerste druk is in drie dagen uitverkocht en de invloed van zijn boek zal enorm zijn. Er worden tal van films en theaterproducties van gemaakt en twee eeuwen later is er in december nog altijd veel aandacht voor het verhaal over Scrooge. Om die blijvende belangstelling te verklaren een duik in de achtergrond van het boek.
Inkeer
Wat is het verhaal ook alweer? Het draait allemaal om de geldwisselaar Ebenezer Scrooge, die dat geld belangrijker vindt dan liefde en vriendschappen. Op Kerstavond krijgt hij bezoek van neef Fred die hem uitnodigt voor het diner op Eerste Kerstdag. Scrooge stuurt hem boos weg en poeiert vervolgens ook twee collectanten af die geld ophalen voor de armen. Volgens hem is het Kerstfeest onzin en betaalt hij al genoeg belasting die de armen ten goede komt. Met tegenzin geeft hij zijn medewerker Eerste Kerstdag vrij, als die maar belooft op Tweede Kerstdag eerder te beginnen. De gierige Scrooge wordt dezelfde nacht bezocht door de geest van zijn overleden zakenpartner. Die doet boete voor zijn eigen egocentrische leven en waarschuwt dat het met Scrooge net zo slecht afloopt als hij op deze manier verdergaat. Bij het ontwaken is hij tot inkeer gekomen. Scrooge laat een enorme kalkoen bij de familie van zijn medewerker bezorgen, geeft de collectanten alsnog een gulle bijdrage en schuift aan bij het kerstdiner van zijn familie.
