Een tweede huis in het buitenland

Veel Nederlanders fantaseren over een tweede huis in het buitenland. Dat bewijst de enorme populariteit van het MAX-programma Droomhuis gezocht. Deze vier stellen waagden de sprong en leven een deel van het jaar in Frankrijk, Zweden, Duitsland en Indonesië. Ze delen ervaringen en tips.

In een klein Zweeds dorpje

‘Een huisje in het bos lijkt romantisch, maar ‘s winters ligt er dertig centimeter sneeuw’

Bram van Heusden (63) en zijn vrouw Ellen gingen in 2011 naar de Second Home-beurs, omdat ze een huis zochten in Scandinavië. Hun budget was beperkt, maar via de mensen achter stugainzweden.nl bleek kopen toch mogelijk. Het werd Zweden, het land van de bossen en de meren. Dat brengt Bram meteen op zijn eerste tip: “Ga in zee met iemand die daar ingeburgerd is. Een huis op internet kan mooi lijken, maar in werkelijkheid een bouwval zijn.”

Ze kochten een stenen huis in een dorpje, zeventig kilometer van Jőnkőping, in het zuiden van Zweden. Het werd dus niet het rode boshuisje dat ze aanvankelijk voor ogen hadden. Bram: “Dat lijkt romantisch, maar ‘s winters ligt er dertig centimeter sneeuw en de toegangsweg – zeg driehonderd meter – moet je zelf sneeuwvrij maken… Nu wonen we in een dorp van 250 inwoners, waar wordt geveegd en gestrooid.”

Nu Bram en Ellen op hun werk kort na elkaar boventallig zijn verklaard, willen ze dit jaar hun Nederlandse huis verkopen en zich permanent vestigen in Bjőr-kőby. Om in te burgeren, investeren ze bewust in sociale contacten. “Wil je dorpsgenoten ontmoeten, dan moet je regelmatig aanschuiven in het dorps-restaurant.”

Wat is er anders aan het leven in Zweden?

Bram: “Als je iets gerepareerd wilt hebben, kan dat soms weken duren. Dat was wennen.” “En”, vult Ellen aan, “je krijgt moeilijk toegang tot de huisarts. Het meeste handelt de assistent af. De ziekenhuiszorg is wel prima.” Bram noemt ook het strenge alcoholbeleid. “Met één glaasje op moet je je auto al laten staan. Daarom drinken we tijdens die dorpslunches een sapje.” >

Op een berg in Duitsland

‘Soms zie ik een vos lopen, of een ree met jongen’

Eigenlijk zochten Anne Vellinga (63) en haar man Kees een tweede huis in Frankrijk. Het werd Duitsland, vooral omdat de bossen – allemaal staatseigendom – daar optimaal toegankelijk zijn voor wandelaars. Op huizensites vonden ze adressen van woningen die te koop stonden en met die op zak, reisden ze in de zomer van 2007 door Duitsland. Uiteindelijk kwamen ze terecht in het Fichtelgebergte in Noord-Beieren. Een interessant gebied met veel bronnen en het oudste gebergte van Europa. “Het ging ons om de omgeving”, zegt Anne. “Hier, midden in de natuur, wisten we gelijk: dit is het. Soms zie ik zomaar een vos lopen, of een moederree met jongen.”

Waarom wilden jullie zo’n tweede stek?

“Om heerlijk te kunnen wandelen. En ik zocht een schrijfhuis; ik ben schrijfster. Schrijven kan daar ongestoord, want er is geen internet en geen tv.”

Waar moet je in Duitsland op letten?

“Op wie de makelaarskosten betaalt. Wij waren verrast dat wij dat moesten en niet de verkoper. En in onze specifieke situatie – we zitten met tien huizen op een berg – hebben we een eigen waterbron. We moeten erop letten dat daar geen vee bij kan. Verder isoleren Duitsers hun huizen aan de buitenkant zo grondig dat ze potdicht zijn. Gelukkig lucht onze buurvrouw geregeld, om vochtproblemen te voorkomen. Nachbarschaft, burenhulp, is belangrijk. Want op een berg ben je van elkaar afhankelijk.”

Annes nieuwste boek, Sophie, Genius Loci, (uitgeverij Bagage, 317 blz, €15,-) speelt zich deels af in het Fichtelgebergte

Vrij uitzicht in de Bourgogne

‘Daar hebben we volstrekte stilte’

Francofiel was Ariane de Jong (52) altijd al, en als raskampeerder ging ze met man Wybo en de kinderen het liefst op vakantie naar campings in Frankrijk. Totdat ze een keer bij een geitenboer in de Ardėche hun tent opzetten en hoorden dat zijn boeltje te koop stond. Dat bracht de gedachten op gang over een tweede huis in Frankrijk. In 2001 vonden ze hun ideale stek in de Morvan, een bergachtige streek in de Bourgogne. Die voldeed aan al hun wensen: een vrij uitzicht, een authentiek huis en een astand die goed in één dag aan te reizen is. “Het is een plek die totaal complementair is aan wat we in Nederland hebben”, zegt Ariane. “Hier wonen we drie minuten van een intercitystation, daar anderhalf uur. Hier zitten we compleet ingebouwd, daar hebben we volstrekte stilte.”

Vielen er ook dingen tegen?

“In het begin waren we niet zo handig met alles vorstvrij afsluiten en ook niet met grasmaaien. En we hadden ons verkeken op de bijbehorende lap grond: één hectare. Alleen al het jaarlijkse heggen knippen was niet te doen. Dus hebben we een deel afgestoten.” De jongens wonen inmiddels op zichzelf, maar het Franse huis is een familiehuis gebleven. Ariane en Wybo gaan er zo’n zes keer per jaar naartoe en ook hun zoons weten het met hun eigen vrienden te vinden.”

Aan het strand op Bali

‘Het is een enorm goede leerschool voor een andere cultuur’

Kees de Bakker (64) leidt twee levens. Een in Nederland, waar hij zeven dagen per week druk is als uitgever, en een op Bali. Daar woont hij met zijn vrouw Ingrid twee keer per jaar een maand. Om te zwemmen, te lezen (geen manuscripten!), zich te laten masseren. Kortom: om bij te tanken. De aankoop van hun tweede huis begon in 1999 met een emotionele familiebijeenkomst in Surabaya, waar de veel te jong gestorven vader van Ingrid begraven ligt. Om hiervan bij te komen, gingen zij naar een hotel op Bali, in Candidasa. Kees: “Een lokale chauffeur wees ons op een bouwproject van een Nederlander, verderop in Jasri. Diezelfde week hebben we het huis van papier gekocht. Misschien lichtvaardig, maar spijt hebben we nooit gehad.”

Hoe ziet jullie plek eruit?

“Het is een compound van tien huizen, het onze grenst aan zee en heeft een zwembad. Inmiddels hebben we er grond bijgepacht en een palmentuin laten aanleggen.”

Wat is anders dan in Nederland?

“Het hebben van personeel. We hebben een tuinman en een huishoudelijke hulp in vaste dienst en delen een bewaker met de overbuurman. Eigenlijk is het een vorm van ontwikkelingshulp. En ik ontdekte dat ik niks wist van het hindoeïsme of van hoe oosterse mensen reageren. Op Bali wonen is een enorm goede leerschool om een andere cultuur te leren kennen die prachtiger en warmer is dan de onze.”

Heb je nog tips?

“Vraag naar de ervaringen van andere Nederlanders en informeer welke papieren je nodig hebt. Zo kun je hier als buitenlander geen grond kopen, maar alleen in erfpacht nemen. Zelfs een rekening openen is moeilijk. Ik heb veel landgenoten gezien die hier besodemieterd zijn. Niet in de laatste plaats door andere Nederlanders op Bali.”

U kunt het huis van Kees en Ingrid op Bali ook huren. Kijk voor meer informatie op conserve.nl