Daphne Lammers: ‘Ik trek het nieuws me nu meer aan’

Daphne Lammers is al tien jaar het gezicht van RTL Nieuws. Roerige tijden, waarin ze de polarisatie zag toenemen. ‘Ik probeer mijn kinderen te vertellen dat het uiteindelijk goedkomt.’

“Naast dat we kijkers vermaken met een prachtige show door een schitterende cast, heeft dit evenement ook altijd een diepere laag,” vertelt ze. “In samenwerking met Nationaal Fonds Kinderhulp vragen we namelijk aandacht voor kinderarmoede in Nederland.”

Hoe ervaar jij het toegenomen wantrouwen tegenover de gevestigde media?

“Ik krijg soms privémails van onbekenden die zeggen: ‘Hoe durf jij je kinderen nog in de ogen te kijken, met alle leugens die jij in het RTL Nieuws verkondigt?!’ Dat mensen iets vinden, is prima. Maar als ze zo je kinderen erbij betrekken, vind ik dat toch heel ingewikkeld. Het gevaarlijke van sociale media blijf ik toch vinden dat mensen een algoritme in worden getrokken en worden meegezogen in een bepaalde zienswijze waar weinig ruimte meer is voor een ander geluid.”

Komende februari is het tien jaar geleden dat jij officieel vast gezicht werd van het RTL Nieuws. Hoe kijk je daarop terug?

“Toen ik hier als anchor begon, zaten de ervaren rotten er nog allemaal, zoals Rick Nieman en Roelof Hemmen. Daar kon ik erg op leunen en heb ik ontzettend veel van geleerd. In het begin kon ik onzeker zijn: weet ik wel genoeg? Maar als je eenmaal elke dag met nieuws bezig bent groeit je kennis enorm snel. Ik ben continu met het nieuws bezig, ook als ik niet werk, vrees ik. Dat vinden de mensen in mijn directe omgeving niet altijd even fijn. Maar ik wil gewoon altijd alles weten.”

Dus ook als jij op vakantie gaat, kun je dat niet loslaten?

“Nee. Maar daar zit verbetering in. Want dit jaar heb ik tijdens mijn vakantie voor het eerst de werkmeldingen in mijn e-mail uitgezet. En ook alle pushberichten van de kranten op mijn telefoon.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 50. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ernest Marx