Francis van Broekhuizen: ‘Liefde blijft altijd overeind’

Ze zingt graag religieuze muziek, maar heeft ook het ‘Legioen Feijenoord’ aan het hart gedrukt: sopraan Francis van Broekhuizen heeft vele kanten. De vrolijke noot in de klassieke muziekwereld is een ware publiekstrekker geworden.

Waar raken muziek en religie elkaar?

“Zangers beschouwen het theater ook als een soort tempel, inclusief rituelen. Voor mij is opera iets goddelijks. Het is de schoonheid van de kunst. Soms gebeuren er dingen op het toneel of in de zaal die je niet kunt verklaren. Opeens word je opgelicht en dat magische gevoel is niet te benoemen. Een mysterie. Nou, daar raak je de religie.”

Wat betekent Pasen voor jou?

“Zou dat wel doorgaan?! Ach, er kunnen dit jaar geen bloemen naar Rome. Jammer. Pasen is de kern van ons geloof: Christus herrijst, of dat nou echt is gebeurd of niet. Maar hij heeft de dood verslagen en onze zonden weggewassen. Daarmee heeft hij de Schrift vervuld, toch? En het leuke is, dat Maria Magdalena hem als eerste mag zien. (Ze zingt zachtjes een Gregoriaanse melodie) Dit is die prachtige paashymne: ‘Maria, zeg eens, wie heb je gezien?’ ‘De Heer.’ Want ja, die mannen zitten natuurlijk weer bang in een hoekje. Zal je altijd zien. Als misdienette beleefde ik de Goede Week heel intens. Vooral als op Goede Vrijdag de hostie, het allerheiligste, uit de tabernakel werd gehaald en de beelden met paarse doeken werden afgedekt. Dan was de kapel niet meer heilig, want Christus was weg. Zo’n onherbergzaam gevoel. Zo doodstil.”

Moeten we altijd door lijden heen om te kunnen opstaan?

“Je leert van tegenslag. Nu worden mislukkingen vaak weggepoetst. Kinderen mag vooral niks meer overkomen. Maar als je niet leert incasseren, kom je nooit verder. Ik werd vroeger veel gepest op school: altijd riepen ze dat ik lelijk was. Totdat ik ontdekte, dat ik met de inzet van humor anders werd bekeken, zeker toen ik ook nog ging zingen. Dat verleden heeft me gevormd. Nu gebruik ik humor bewust. Maar het leven is natuurlijk niet alleen maar lollig. Net als iedereen wil ik ook graag gekend worden. En ik blijf me verbazen, verwonderen. Over het leven, over alles wat nieuw is. Daarom ook heb ik moeite met die polarisatie, als mensen in dogma’s denken: ‘zo is het en niet anders’. Het leven is niet maakbaar – alles is fluïde. Misschien is zo’n virus in die zin wel goed: een wake up call. Wat hebben we echt nodig? Liefde, want die blijft altijd overeind.”

Het hele interview leest u in de NCRV-gids van week 15. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Ella Weisbrod