Henk van der Aa: ‘Ik heb de leukste baan in Hilversum’

Een groot internationaal probleem zo persoonlijk mogelijk maken. Dat is de journalistieke drijfveer van Henk van der Aa (38), sinds vorig jaar presentator van Brandpunt: ‘Voor een belangrijk verhaal durf ik ver te gaan.’

Sinds vorig jaar sta jij in dezelfde schoenen als Aad van den Heuvel en Fons de Poel. Hoe voelt dat?

‘Het is een geweldige eer dat ik met Liesbeth het gezicht van zo’n gerenommeerd programma mag zijn. Brandpunt is sinds 1959 een instituut. Ik kom in de archieven vaak oude reportages van Aad tegen. Hij wilde met Brandpunt het venster op de wereld zijn en Nederland met andere perspectieven naar het nieuws laten kijken. Dat is nu mijn taak.’

Legt dat druk op je?

‘Enorm, elke week weer. Maar ik leg de lat altijd erg hoog voor mezelf, ik ben een enorme streber.’

Zit de journalistiek in je genen?

‘Ik kom uit een echte onderwijzersfamilie en ben opgegroeid in een klein Gronings dorp. Mijn vader was leraar exacte vakken. Alles wat ik verschrikkelijk vond, onderwees hij. Mijn zus en broertje zijn ook het onderwijs ingegaan. Ik heb het zelf weleens overwogen. Maar als journalist ben je ook een soort onderwijzer. Je wilt toch een verhaal vertellen en dingen uitleggen.’

Wanneer wist je: ik word journalist?

‘Op mijn twaalfde. Ik hield van talen, reizen en mensen opzoeken. In 1989 gebeurde er heel veel in de wereld wat mijn belangstelling voor het nieuws wekte: de studentenprotesten op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing, de Muur viel en Duitsland werd herenigd. Ik wilde die wereld in en besloot in Groningen journalistiek te studeren.’

En dan beland je zomaar bij CNN!

‘Ik mocht stage lopen bij hen in Atlanta en er daarna een tijdje werken: het paradijs. Ik zat bij CNN International en alle deuren gaan daar voor je open. Op een moment was er een CNN-verslaggever in Israël beschoten: zowel de Israëlische premier Barak als de Palestijnse leider Arafat belde uit zichzelf met onze redactie. Ik dacht: wow!’

Wie beschouw je als je belangrijkste leermeester?

‘Na CNN kon ik bij RTL Nieuws in New York aan de slag, waar ik met Max Westerman heb gewerkt. Hij is niet altijd even makkelijk, maar van hem heb ik geleerd wat pure passie en gedrevenheid is. Hoe meer je geeft, hoe beter het item wordt, was zijn les. Met hem heb ik 11 september meegemaakt; we waren die dag de enige twee Nederlandse journalisten in New York. Max zag vanuit zijn appartement dat er iets aan de hand was bij de Twin Towers. “Het is heftig”, zei hij. Onze eerste gedachte was: we gaan daar draaien. Maar Hilversum wilde dat we live gingen vanaf een dak waar je uitkeek op de torens.’

‘Dat heeft ons wellicht gered, want even later zagen we ze instorten. Toen Nederland sliep zijn we erheen gegaan. Het was de enige dag dat je nog dichtbij kon komen. We zagen brandweermannen helemaal kapot en onder het stof uit de puinhopen opdoemen. “Zijn er overlevenden?”, vroegen we. “Alleen maar lichaamsdelen”, zeiden ze.’

In welke zin heeft die dag je gevormd?

‘Die gebeurtenis heeft me in één keer helemaal volwassen gemaakt, denk ik. En hoe gruwelijk het ook was, die dag is natuurlijk een hoogtepunt in mijn journalistieke carrière. Terwijl het een dieptepunt is in de geschiedenis. Het heeft mijn leven nog jaren beheerst, want ik heb veel terugblikken gemaakt. Vorige maand was ik weer in New York. Alle keren ervoor was er altijd iets wat aan 9/11 herinnerde. De stank, het puin, de bouwput. En nu is er een park en een monument met watervallen. Na vijftien jaar is het definitief geschiedenis. Voor mij was het een teken dat ik het ook moest afsluiten.’

Je had een droombaan in New York, maar na zes jaar kom je terug.

‘Het punt kwam: blijf ik, ga ik misschien nooit meer terug? Mijn ouders werden ouder, ik had al veel geboortes en huwelijken gemist. Mijn Franse vriendin, die ik in Amerika leerde kennen, en ik overwogen terug naar Europa te gaan en daar te trouwen. Ik werd benaderd door EenVandaag wat mij de kans gaf om Hilversum te leren kennen; dat gaf de doorslag. Het was een praktische keuze.’

Wat is een typische ‘Henk’-reportage?

‘Ik wil graag een groot internationaal probleem zo persoonlijk mogelijk maken. Voor Brandpunt draaiden we in een dorp in Egypte dat in opstand was gekomen tegen de nieuwe president. Omdat een agent omkwam, kregen bijna vijfhonderd mensen de doodstraf. We zijn illegaal de grens over gegaan. Zo laten we zien wat een nieuwe dictatuur doet met gewone mensen in zo’n land.’ In hoeverre mijd je risico’s nu je een gezin hebt? ‘Dat is niet altijd makkelijk, je kunt ze niet voorspellen.’

‘Mijn vrouw heeft liever niet dat ik naar Syrië ga. Maar als ik daar president Assad kan interviewen, doe ik het zeker. Voor een belangrijk verhaal durf ik ver te gaan, net als in Egypte, want dat was ook link. Maar ik denk altijd aan mijn kinderen, hoor. Er is altijd dat moment dat ik besluit: dit steegje ga ik niet in.’

Weten je kinderen wat je doet?

‘Als ik ergens naartoe ga, vertel ik Victor waarover het verhaal gaat. Er hangt een wereldkaart op zijn kamer en ik wijs aan waar ik dan ben. Tot op zeker niveau vertel ik dat er slechte mensen zijn geweest. Maar heel neutraal, want ik wil niet dat zij bang raken.’

Raakt het nieuws je ook persoonlijk?

‘Afgelopen november heb ik na thuiskomst uit Parijs flink gehuild: het kwam zó dichtbij. Mijn vrouw en ik hebben er veel vrienden, een van hen woont om de hoek van het Bataclan. We hebben die avond van de aanslag direct gepolst of iedereen oké was. Onze vriendengroep zit juist op terrassen en gaat naar muziek- en sportevenementen. Ik had het ook kunnen zijn, of mijn kinderen.’

Wat maakte daar op jou de meeste indruk?

‘We interviewden journalist Nicolas Henin. Hij was tien maanden gekidnapt door IS in Syrië. Zijn celgenoot werd onthoofd en elke dag zeiden ze tegen hem: “Morgen is het jouw beurt.” Wonder boven wonder lieten ze hem vrij. En nu ziet hij die IS-jongens in zijn eigen stad opdoemen. Hij zei: “Het succes van een terreuractie wordt niet bepaald door de terrorist, maar door de angst van het slachtoffer.” Door de paniek denkt IS dat ze aan het winnen is, terwijl de aanhang enkel bestaat uit mislukte, gefrustreerde jongetjes uit achterstandswijken.’

‘Onze wraak is: doorgaan met onze manier van leven, ons niet aanpassen en gelukkig zijn, vindt hij. Als deze man al zo veel kracht heeft, moeten wij dat toch ook kunnen? Tijdens de kerstdienst van KRO-NCRV heb ik zijn woorden in mijn speech gebruikt. Ik riep iedereen op om niet toe te geven aan de angst. Als journalist is het ook mijn taak om mensen een ander perspectief te bieden en te laten nadenken.’

Droom je nog weleens van een correspondentschap?

‘Lang heb ik gedacht: de volgende Amerika- correspondent moet ik zijn. Maar ik zou nu écht geen andere baan willen. We mogen nu weer een jaar lang dit mooie programma maken, verbeteren en veranderen. En omdat ik presenteer én reportages maak, heb ik de leukste baan in Hilversum. Als er één ambitie is, is het om Brandpunt tot in de eeuwigheid te vullen met geweldige verhalen.’

Paspoort

Naam: Johannes Henderikus Maria van der Aa

Geboren: 29 augustus 1977 in Musselkanaal (Groningen)

Privé: Getrouwd met de Française Vanessa; ze hebben twee kinderen: zoon Victor (7) en dochter Julliette (4) en wonen in Hilversum.

Carrière: Studeerde Nederlands, geschiedenis en journalistiek in Groningen. Deed daar werkervaring op bij de lokale radio en Dagblad van het Noorden en liep daarna stage in de Verenigde Staten bij CNN. Kwam bij RTL Nieuws in New York terecht en werd in 2006 verslaggever bij EenVandaag. Sinds 2013 is Henk verbonden aan Brandpunt, waarvan hij vanaf augustus 2015 met Liesbeth Staats presentator is.