Lineke Rijxman: ‘Het kwaad is er altijd, maar het goede ook’

Haar gezicht is bekend van talloze films en tv- en theaterproducties. Toch weten we niet zo veel van haar. Een openhartig gesprek met Lineke Rijxman, die deze week is te zien is in de Telefilm Moos. ‘Ik heb een extreme behoefte de nadruk te leggen op dat wat wél goed gaat.’

Of ze ‘money’ in haar thee wil – althans, zo klinkt het als de buitenlandse ober vraagt of Lineke honing wenst. ‘Money?’ reageert ze. ‘Nou, als dat kan.’ We zitten in een hotel tegenover Amsterdam CS, waar ze straks de trein zal pakken naar Hoorn om daar De Freudjes geen familie te spelen.

‘Het gekke is dat acteren meer energie kost als je ouder wordt’, zegt ze. ‘Je verliest je onschuld en bent je meer bewust van wat je doet. Ik heb de laatste jaren veel geregisseerd, maar speel momenteel weer graag.’

Zoals in ‘Moos’, dat gaat over een meisje dat haar dromen najaagt. Welke dromen joeg jij na?

‘Op mijn zesde volgde ik al toneellessen en trad ik soms op. Op een moment nam mijn moeder me mee naar de Schouwburg in Amsterdam en daar zag ik dat acteren een écht beroep was dat grote mensen in een groot gebouw uitoefenden en waar mensen naar keken. Ik begreep toen dat toneel een levensinvulling kon worden.’

Wat trok je er zo in aan?

‘Als kind dat je alles kon zijn waar je van droomde en niet gevangen was in die ene “ik”; je kon zoveel mogelijk “ikken” zijn als je wilde, het was grenzeloos. Die “ikken” mag je lenen en onderzoeken. Later kwam daar bij dat ernaar gekeken werd, en van genoten.’

Je groeide op in een gezin met een agressieve vader. Kon je door het acteren uit die realiteit vluchten?

‘Zo was het niet. Acteren was iets wat bij me hoorde, een bestemming. Vanaf dat ik het me herinner, speelde ik. Hardop praten, anderen “zijn”, vriendinnen regisseren en dingen bij elkaar brengen. Al ontken ik niet dat er veel spanning bij ons thuis was. Ik had geen leuke jeugd, wat vooral door mijn vader kwam. En hoewel mijn twee zussen en ik nu erg close zijn, vochten we elkaar toen de tent uit. Maar ik had een fantastische moeder en een groot vermogen om te genieten; door alles heen kon ik enorm genieten.’

Was het een verademing voor je om op de toneelschool te zitten, waar je alleen maar bezig kon zijn met dat ene?

‘Integendeel. Mijn klas moest in het eerste jaar van de opleiding als geheel in therapie van de school. De leerlingen konden onderling niet met elkaar overweg en sommige docenten weigerden ons nog les te geven. We kregen groepsgesprekken en dat was niet makkelijk. Omdat mijn moeder in die periode stierf, was het een heftige tijd.’

Wat heeft je moeder je meegegeven?

‘Een groot gevoel voor zuiverheid. Ze was erg scherp en intelligent, en ze leefde zo liefdevol mogelijk. Ik zag hoe zij als vrouw van die generatie werd beknot in wat ze allemaal kon. Niet alleen door het huwelijk, ook omdat ze door haar milieu werd geacht te stoppen met werken toen ze trouwde. En dat heeft haar geen goed gedaan. Ze kon haar dromen niet waarmaken.’

Heeft dat jou gestimuleerd dat wel te doen?

‘Onafhankelijk zijn is voor mij zeker een ding. Ik wil nooit vast komen te zitten in een situatie die me voor een probleem stelt als ik eruit wil. Bij een aantal dingen heb ik ook gedacht: dat leven wil ik niet. Het huwelijk speelde bij mij geen grote rol, ik ben van de langere relaties. Maar dat ik geen kinderen heb, is geen bewuste keuze geweest.’

Komt dat ook door het slechte huwelijk van je ouders? Je hebt gezien wat liefde teweeg kan brengen.

‘Ik ben niet bang voor de liefde, maar ik heb wel een scherper oog gekregen voor wat soms vermomd wordt als liefde of wat liefde wordt genoemd en waarbij ik soms meer werkelijkheid zie dan mij lief is. Dat is best lastig, maar er zijn gelukkig ook veel dingen die ik niet zie.’

Uit verschillende voorstellingen die je speelde en regisseerde blijkt een fascinatie voor het kwaad. Is het een missie van je mensen daarvoor te waarschuwen?

‘Volgens mij hoef je in deze tijd niemand te waarschuwen voor het kwaad, want het is zo evident aanwezig. Ik heb daarom juist een extreme behoefte om de nadruk te leggen op dat wat wél goed gaat en wil me niet nodeloos gek en angstig laten maken. Het kwaad is er altijd, maar het goede ook.’

‘Dat evenwicht is misschien mijn persoonlijke missie: ik wil het mooie en vooral het geestige – want dat is zowel mooi als wrang – en tegelijkertijd de schuring laten zien. Het mooiste is als het publiek na afloop een fijn gevoel heeft omdat het verschrikkelijk heeft gelachen om iets wat schrijnend is, wat ze aan het denken heeft gezet.’

Je zei ooit dat jij iets pas mooi vindt als er een kras op zit. Leg dat eens uit?

‘Perfectie verveelt me snel, ik voel er weinig ontroering bij. Als er een kras op zit voel ik dat wel.’

Dus liever een partner met een trauma of een auto met een deuk?

‘Nee! Bij het toneel betekent het bijvoorbeeld dat acteurs die heel bewust zijn en heel veel controle hebben over wat ze doen, me minder ontroeren dan acteurs waar iets mee is. Ik heb meer met mensen die me laten schrikken of verbazen en waar ik om moet lachen.’

Zitten er krassen op jou?

‘Ja. Op iedereen toch?’

Welke krassen zou je willen benoemen?

Na een lange stilte: ‘Ik heb mijn jeugd overleefd, en dat vind ik enorm goed van mezelf. Al ben ik daar niet schadevrij uitgekomen.’

Heb je je toen je ouder was verdiept in waar die agressie van je vader vandaan kwam?

‘Ik wilde het als kind graag begrijpen tot ik me – ook al jong – realiseerde dat het begrip me nergens toe zou brengen. Het zou me alleen maar verzwakken. Als je probeert alles te begrijpen, duw je je eigen pijn weg. Dat is schadelijk.’

Was je ooit zo bevlogen in je vak geweest als je die nare jeugd niet had meegemaakt?

‘Ik geloof er niets van dat je als acteur een slechte jeugd of een traumatische ervaring moet hebben gehad om te kunnen uitblinken. Een goede acteur moet een grote onder de huid liggende gevoeligheid hebben. Daar word je mee geboren, denk ik. Bij alle goede acteurs is dat aan de hand.’

Hoe zou je moeder het hebben gevonden dat je inmiddels een gelauwerde actrice bent?

‘Fantastisch! Ze stond er voor honderd procent achter dat ik naar de toneelschool ging en ze genoot van wat ik deed.’

Als je alle lof hebt gekregen en alle mooie stukken hebt gedaan, wat drijft je dan nog?

‘Dat is iets waar ik de laatste tijd veel over nadenk. Ik wilde minder zelf spelen, maar vind dat nu opeens toch weer erg leuk. Ik ben nooit zo’n planner geweest, maar ik zou ook door willen gaan met regisseren. Ik vind het nog steeds fijn als er stukken zijn die inhoud, humor en leuke acteurs met elkaar verenigen en als mijn brein aan het werk wordt gezet. Dat stimuleert me.’

Twee jaar geleden had je een burn- out. Wat heb je toen geleerd?

‘In ieder geval dat ik in mijn eentje heel goed verre reizen kan maken. Ik heb in Australië en Nieuw-Zeeland veel nagedacht over wat ik nog wilde. Ik was moe, had te lang doorgewerkt en er was te veel aan de hand, privé en op het werk. Maar het was me niet te doen om mezelf tegen te komen of als loutering.’

‘Zo zit ik niet in elkaar. Ik vind het al ongelofelijk prettig om tot rust te komen in mezelf. En dat is me daar vaak gelukt. Misschien heb ik dat wel geleerd: dat me dat, als ik de omstandigheden daarvoor creëer, moeiteloos lukt.’

Naam: Carolina Elisabeth Rijxman
Geboren: 14 april 1957, Bussum
Carrière: Lineke studeerde aan de Toneelschool Amsterdam en was werkzaam bij onder andere het Ro Theater en Toneelgroep Amsterdam. Na 2004 werkte ze op freelance basis. Ze was te zien in films als Het meisje met het rode haar, Alles is liefde en Zadelpijn en op tv in onder andere Baantjer, Keyzer & De Boer Advocaten en ’t Schaep. Rijxman is daarnaast regisseuse. Ze won verschillende prijzen, zoals de Theo d’Or (2010). Ze is verbonden aan het theatergezelschap Mugmetdegoudentand, waarmee ze tot eind mei De Freudjes geen familie speelde.

Paspoort

Naam: Carolina Elisabeth Rijxman

Geboren: 14 april 1957, Bussum

Carrière: Lineke studeerde aan de Toneelschool Amsterdam en was werkzaam bij onder andere het Ro Theater en Toneelgroep Amsterdam. Na 2004 werkte ze op freelance basis. Ze was te zien in films als Het meisje met het rode haar, Alles is liefde en Zadelpijn en op tv in onder andere Baantjer, Keyzer & De Boer Advocaten en ’t Schaep. Rijxman is daarnaast regisseuse. Ze won verschillende prijzen, zoals de Theo d’Or (2010). Ze is verbonden aan het theatergezelschap Mugmetdegoudentand, waarmee ze tot eind mei De Freudjes geen familie speelde.