Een moeilijke of een makkelijke vraag?

Het zijn de bekende dilemma’s uit Eén tegen 100: wil je een moeilijke of een makkelijke vraag? Zet je de verdubbelaar in? Of voor de zekerheid toch een escape? Olaf van Maurik is vragenmaker bij de tv-quiz en onthult aan het begin van het nieuwe seizoen hoe je het spel het beste kan spelen.

Het maakt niet uit hoe de dag eruitziet van Olaf van Maurik, vragenmaker bij onder andere Eén tegen 100 en Miljoenenjacht. Hij haalt overal inspiratie uit voor een mooie vraag. “Het leuke aan Eén tegen 100 is dat alles aan bod kan komen: een filmpje, een audiofragment van een toespraak, een historisch feitje, een foto van een huishoudartikel uit oma’s tijd: het past altijd wel in een van de 63 categorieën.”

Samen met twee andere vragenmakers voegt Olaf elk jaar zo’n tweeduizend vragen toe aan de database van Eén tegen 100. Alleen de vragen bij de filmpjes en foto’s staan voorafgaand aan een aflevering vast, de computer selecteert uit de database de rest van de vragen. “Er zit voor iedereen wat in: jong, oud, man, vrouw, hoog- en laagopgeleid. Dat moet ook wel, want de kandidaten vormen een dwarsdoorsnede van de samenleving.”

Foute antwoorden

Voor iedere categorie zijn er makkelijke en moeilijke vragen. Maar hoe bepaal je wat voor de een moeilijk is en voor de ander gesneden koek? “De grootste kunst van het maken van vragen is dat je je realiseert dat wat jij op dat moment van een onderwerp weet, niet voor iedereen geldt. Het is moeilijk om het verschil uit te leggen, maar als je binnen één categorie een makkelijke en moeilijke vraag naast elkaar zou leggen, zie je het meteen. Dan gaat de makkelijke vraag bijvoorbeeld over koningin Máxima en de moeilijke over de koning van Zweden.”

Per vraag verzint Olaf ook twee foute antwoorden. Hij geeft een voorbeeld van hoe hij daarbij te werk gaat. “Ik was bezig met een vraag over het Vrijheidsbeeld in New York. De vraag ‘In welke hand houdt ze de toorts?’ kan niet, want dan heb je maar twee antwoordopties. Maar ik las iets over de gebroken ketenen aan haar voeten en de plaat die ze in haar andere hand houdt. Dus de vraag is nu: Wat houdt ze in haar linkerhand? Dit zijn de antwoordopties: A. Toorts met een gouden vlam, B. Plaat met de datum 4 juli 1776 (het goede antwoord, de datum van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring), C. Schakel van een gebroken ketting.”

Het hele artikel leest u in de NCRV-gids van week 3. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Eén tegen 100 is vanaf vrijdag 26 januari terug op NPO 1.

Tekst: Marjolein de Jong