Tooske Ragas: ‘Ik was toe aan een volwassen versie van mezelf’

Ze is sociaal betrokken, hartelijk en warm. Maar zelf vindt ze dat het altijd nog beter en meer kan. Daarom ging Tooske Ragas (40) voor War Child naar Colombia: ‘Die reis heeft er flink ingehakt.’

Het prikbord in de woonkeuken van Tooske en Bastiaan Ragas in Bloemendaal hangt vol met knutselwerken, tekeningen en foto’s van hun vier kinderen. Tooskes ogen stralen als ze het over haar dochters Leentje, Fien en Catoo heeft. En ze vertelt hoe zoon Sem – uit een eerdere relatie van Bastiaan – met zijn blonde koppie als haar eigen kind voelt.

Hier aan de keukentafel lijkt de ellende die Tooske recent zag tijdens haar reis voor War Child naar Colombia ver weg. Als ze eraan terugdenkt, verandert haar gezicht. Ze is er, nu twee weken later, nog steeds van onder de indruk.

‘Sinds ik moeder ben, grijpt kinderleed me vreselijk aan. Toch vond ik dat ik naar Colombia moest om te laten zien met welke heftigheden kinderen daar moeten dealen. Ik dacht dat ik het aankon, totdat ik twee dagen na mijn reis een vriendin op straat tegenkwam, die zei blij te zijn dat ze me heelhuids terugzag. Op dat moment schoot ik helemaal vol. Tranen stroomden over mijn wangen. Ik schrok ervan. Pas toen besefte ik hoe die reis er heeft ingehakt.’

Wat maakte het zo indrukwekkend?

‘Door de jaren heen ben ik vaker geconfronteerd met ellende, armoede en verdriet, maar niet eerder begaf ik me bewust in zo’n onveilige omgeving. Colombia wordt geteisterd door binnenlandse oorlogen en War Child opereert zo dicht mogelijk bij de brandhaarden. Onze cameraploeg werd begeleid door twee gespecialiseerde VN-veiligheidsmedewerkers. Zij gaven ter plekke veiligheidsupdates en vertelden dat in deze omgeving diverse gewapende groepen actief zijn, zoals de FARC; de revolutionaire strijdkrachten in Colombia.’

‘De wetenschap dat we in zo’n gevaarlijk gebied zaten plus het kinderleed vond ik heftig. De verhalen van die kindjes, net zo oud als mijn dochters, kropen onder mijn huid. Ik heb er een nacht wakker van gelegen, terwijl ik altijd goed slaap.’

Hoe vond Bastiaan het dat je ging?

‘Heel moeilijk. Bas heeft wel tachtig keer gezegd dat ik moest gaan, maar hij was het liefst als bodyguard met me meegegaan en was dolblij dat ik weer terug was. Zelf dacht ik ook elke avond: gelukkig, ik ben er nog. Ik ben niet ontvoerd. Natuurlijk neemt War Child geen onnodige risico’s en we werden fantastisch begeleid, maar ik zat wel in een spagaat. Ik ontmoette kinderen die door de oorlog hun ouders hebben verloren, met het risico dat mijn kinderen hun moeder daardoor zouden verliezen.

Als ik niet kon slapen, maalde door mijn hoofd: zal je zien, word ik straks van mijn bed gelicht door oorlogsnarigheid. Dan moet mijn man dus aan mijn kinderen gaan vertellen dat ik, voor mijn werk, ben omgekomen. Ik zag die gezichtjes al voor me.’

Tóch ging je …

‘Ja, omdat ik gevraagd werd de tvavond Friends for War Child te presenteren. Ik wilde met eigen ogen zien wat War Child doet. Ik ben zelf al meer dan twintig jaar friend en ken hun indringende slogan: Je kunt een kind wel uit de oorlog halen, maar hoe haal je de oorlog uit een kind? Ik was benieuwd hoe ze dat doen. Ga je kleurplaten met ze maken? Of krijgen ze psychische hulp? Want als dit jouw leefomgeving is, hoe kun je dan groot groeien zonder verknipt te raken? Als je niet weet of je moeder aan het eind van de dag nog leeft, of als je naar school loopt, dat nog met beide benen kan doen.’

‘Er liggen in Colombia meer mijnen dan waar dan ook ter wereld. Wij bezochten een internaat waar 150 kinderen van vier tot achttien jaar woonden, die allemaal een familielid hebben verloren of mensen voor hun ogen vermoord of opgeblazen zien worden. Zelfs heel kleine kindjes hebben talloze gruwelijkheden gezien. Dat was af-schu-we-lijk! Inmiddels heb ik zelf gezien hoe goed War Child daar werkt.

Er zit zo veel structuur in, er wordt zo veel tijd in het welzijn van de kinderen gestoken. Medewerkers komen op het internaat om kinderen na school les te geven in psychosociale ontwikkeling. Hoe ze zelf keuzes kunnen maken en van zichzelf houden. Die kinderen kennen geen andere emoties dan angst en verdriet. Dat er blijheid bestaat, oprechte verrukking of dat schrikken ook leuk kan zijn, weten ze niet.’

‘Door middel van rollenspellen leren ze bijvoorbeeld emoties te uiten. Ik heb meegedaan en dat was te gek. Ook al sprak ik de taal niet, ik gebruikte mijn expressie. Sowieso was die grote mevrouw met die blonde haren al een bezienswaardigheid. Ik ben liedjes met ze gaan zingen en heb ze Nederlandse woordjes geleerd. Uiteindelijk had ik dertig meisjes die allemaal goedemorgen riepen.’

Je bent friend van War Child, zet je in voor Stichting Don en je steunt het NSGK. Vind je het belangrijk je in te zetten voor anderen?

‘We zijn hier niet alleen. Het is de bedoeling dat je goed voor jezelf zorgt, maar ook om je heen kijkt en voor de mensen zorgt die dat zelf niet goed kunnen. Dat heb ik vanuit huis meegekregen. Of dat een christelijke gedachte is? Niet vanuit een “moeten”, wel vanuit “het zorgen voor je medemens”. Dat is de basis van het geloof, de manier waarop mijn ouders omgaan met het christendom en waarin ik ook sterk geloof.’

‘Het gaat om wat je doet en niet zozeer om wat je vindt of denkt. Al zijn mijn ouders daar veel actiever in. Op dit moment ontbreekt het me met mijn baan en gezin aan tijd, maar later wil ik meer doen. Ik vind een beetje sociaal bewustzijn prettig.’

Geef je dat sociaal besef ook aan de kinderen mee?

‘Dat zit wel verankerd in hun opvoeding, ja. Door mijn gezinsachtergrond, met mijn verstandelijk gehandicapte broer, weten ze dat sommige mensen anders worden geboren. Hoe klein onze kinderen ook zijn, ik houd ze voor: “Als jij iets kan, help je degene die dat niet kan.” Bas en ik moesten voor de serie Zo zijn we niet getrouwd soms hele dagen weg en dat vonden onze kinderen niet leuk. Maar als ik vertelde dat we naar mensen gingen die steeds ruziemaakten, zei Leentje: “Ik vind het stom dat jullie weg zijn, maar jullie moeten wel vertellen dat ze geen ruzie mogen maken, want dat is niet leuk voor hun kinderen.”’

Je hebt bij TMF gewerkt, glamourprogramma’s gepresenteerd, recent Zo zijn we niet getrouwd voor de EO en nu weer dit voor War Child. Welk programma voelt het prettigst?

‘Ik vond Zo zijn we niet getrouwd dankbaar werk, omdat we hebben meegewerkt aan een positieve verandering in het leven van anderen. Zulke programma’s geven verdieping en ik kan er mezelf in kwijt. Lang was wie ik was slechts een onderdeel van wat ik deed op tv. Het ging vooral om de boodschap die ik overbracht. Prachtig om te doen, maar mij bekroop steeds vaker het gevoel dat ik toe was aan een meer volwassen versie van mezelf. Je ziet nu veel meer Tooske dan in het verleden.’

Wat is er waar van het verhaal dat je vorig jaar nog wilde stoppen met tv om lerares te worden?

‘Mijn contract bij SBS liep af, ik werd 40 en ik vond het een natuurlijk moment voor bezinning. Sinds TMF was ik van het ene in het andere programma gerold. Ik besefte dat áls ik nog een andere carrière zou ambiëren, ik het nu moest doen. Mijn ouders en grootouders komen allebei uit het onderwijs en ik ben dol op kinderen. Ik bezocht een voorlichtingsavond van een versnelde deeltijdopleiding aan de pabo en kwam razend enthousiast terug.’

‘Maar ik voelde ook dat ik niet klaar was met tv. Ik wilde nog graag programma’s met meer diepgang maken. Ik heb zelf de EO gebeld of ik langs mocht komen. Uiteindelijk waren die gesprekken zo tof, dat ik de pabo heb laten schieten. Maar zeg nooit nooit, wie weet ga ik op mijn zestigste alsnog waterverven met kleuters.’

Paspoort

Naam: Antonia Grietje Ragas- Breugem

Geboren: 3 juni 1974 in Zwolle

Privé: Getrouwd met Bastiaan Ragas. Ze hebben drie dochters Leentje (8), Fien (6) en Catoo (5). Uit een eerdere relatie heeft Bastiaan nog een zoon, Sem.

Carrière: Tooske werd bekend als vj bij TMF en als presentatrice van onder meer Idols bij RTL 4 en Huizenjacht en Popstars bij SBS 6. Nu werkt ze voor de EO waar ze Van Hollandse bodem en Zo zijn we niet getrouwd presenteerde. Dit najaar is ze te zien met Op zoek naar de condor.

Levensmotto: Een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest.