Column Bert Kranenbarg: Vuurtje stoken

Bert Kranenbarg presenteert 'Bert op 5'. In zijn wekelijkse column voor NCRV-gids schrijft hij over wat hem bezighoudt. Deze week: vuur in zijn tuinkachel. “Kijkend naar de vlammen dacht ik na of het nog wel kan.”

Wakker worden van het geluid van fluitende vogels. Door de gordijnen heen zien dat de zon schijnt. De knoppen in de krentjes in de achtertuin zien ontploffen waardoor de witte bloesem zichtbaar wordt. Nog even wachten en ook de verdroogde bruine bladeren van de beuk worden verdreven door de frisgroene.

Niets zo mooi als de start van het voorjaar. De dagen lengen waardoor het ’s avonds langer licht is. Buiten lonkt! Ik heb gisteravond voor het eerst weer een vuurtje gestookt in onze tuinkachel. Maar kijkend naar de vlammen rond de brandende houtblokken, waarin ik een slangenkop meende te zien en later een vos, dacht ik na over of het nog wel kan.

De discussie over open haarden en houtkachels is volop losgebarsten. Uitstoot, fijnstof, overlast. Ik begrijp die discussie. Maar meteen gaan mijn gedachten dan ook naar de nieuwste energiecentrale in Nederland die toch weer gewoon gestookt wordt op steenkool.

Naar het vrachtverkeer dat doordendert op zware diesel en de motor laat draaien op de parkeerplaats omdat de airco in de cabine anders niet werkt. Naar de Duitse paasvuren die tot in West-Nederland te ruiken waren. En naar de 68 miljoen euro die ook de afgelopen jaarwisseling weer de lucht is ingeschoten in de vorm van vuurwerk.

Ach, dacht ik, zolang dat allemaal nog niet verboden is maakt dat houtvuurtje van mij helemaal niets uit. Tevreden schonk ik een glaasje wijn in en genoot.

Bert Kranenbarg wisselt zijn column af met Joris Linssen. Deze column staat in de NCRV-gids van week 16. Bent u geen abonnee maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.