Het bloemencorso van de Bollenstreek

Louis Davids zong het al in 1936: Naar de bollen, naar die prachtige bollen, waar je sprakeloos geniet, van de kleuren die je ziet…

Steeds meer bollen

De oppervlakte van de bollenvelden is sinds 1980 met 75 procent toegenomen (CBS 2016). Maar liefst 25 km² van de Hollandse bodem is gereserveerd voor de bollenkweek. Vergeleken met het meest verbouwde gewas in Nederland, snijmaïs (dat negen keer zoveel oppervlakte inneemt) lijkt dat misschien niet veel.

Om een idee te geven van de afmetingen: Vlieland is ruim 36 km². Hoewel bollenvelden in ons land een steeds groter oppervlak beslaan, zijn die in de traditionele bollenstreek (tussen Leiden en Haarlem) juist met tien procent gekrompen. De groei zit in het gebied rond Den Helder (met Texel), in West-Friesland, Drenthe en Overijssel.

De Strontrace

De bollenstreek ontstond na het afgraven van duinen voor de zandwinning. De daar ontstane zanderige geestgronden zijn heel geschikt zijn voor bollen- en bloementeelt. Mits die verrijkt worden met mest. En mest was in overvloed aanwezig in Friesland. In het begin van de vorige eeuw vervoerden zo’n 150 tjalken en klippers jaarlijks 150 ton koemest van Friesland naar de geestgronden bij Warmond en Hillegom.

De snelste zeilers konden het vaakst op-en-neer en verdienden het meest. In de jaren Zeventig is deze traditie in ere hersteld en is de jaarlijkse Strontrace ingevoerd, waarbij de koeienmest vervangen is door zakken kunstmest. Bij deze zeilwedstrijd gaat het erom wie de ‘stront’ het snelst van Workum naar Warmond brengt en met een lading bloembollen weer terug is.

Bol of knol

Planten waar ondergronds bollen aan zitten worden bolgewassen genoemd. En die bolgewassen zijn weer onder te verdelen in bollen en knollen. Bolgewassen zijn de enige sierplanten die een tijdlang droog bewaard kunnen worden, waardoor ze natuurlijk uitstekend te vervoeren en te verhandelen zijn. Het verschil tussen bol en knol zit vooral in de manier waarop ze het voedsel voor de plant opslaan.

Bloembollen hebben ‘rokken’ die om de kiem van de plant zijn gevouwen en waarin het voedsel is opgeslagen. Bij knollen is het voedsel in de bolle wortels opgeslagen. Lelies, tulpen en hyacinten komen uit bloembollen, maar gladiolen en dahlia’s uit knollen.

Gifbollen

Sinds enkele jaren is de bollenteelt regelmatig negatief in het nieuws vanwege het overvloedige gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen. Er bestaan grote zorgen over het risico op kanker en zenuwafwijkingen bij omwonenden van bollenvelden. Mensen die in de buurt van bollenakkers wonen klagen over het afsterven van moestuingroenten, klachten aan de luchtwegen en soms huiduitslag.

Met name in de lelieteelt worden veel bestrijdingsmiddelen gebruikt. Onderzoek van de Universiteit Wageningen (WUR) toonde aan dat de oprukkende lelieteelt op de Veluwe een zware aanslag op de kwaliteit van de natuur daar betekent.

Grenzeloos

Zo’n tachtig procent van alle bloembollen die in de wereld worden verhandeld, komen uit Nederland. De meeste zijn tulpenbollen. De grootste afnemer is Duitsland. Onze oosterburen sloegen in 2015 voor 119 miljoen euro aan bloembollen in. Meer nog dan de VS die met 109 miljoen euro op de tweede plaats staan. Samen zijn ze goed voor een kwart van de totale bolleninkomsten (871 miljoen euro). China, het Verenigd Koninkrijk, Japan, Frankrijk, Vietnam, Mexico, Canada en België completeren in die volgorde de toptien van afnemers.

Topbollen

De tulp bleef ook in 2015 bovenaan de lijst van meestgeteelde bloembollen staan. Bijna de helft van de bloembollenvelden heeft ie bezet. Lelies komen op de tweede plaats, daarna narcissen, hyacinten en gladiolen.

Bloemencorso van de Bollenstreek

Op zaterdag 23 april reden de achttien praalwagens van de 69e editie van het Bloemencorso van de Bollenstreek van Noordwijk naar Haarlem. Het thema is dit jaar Flowers&Fashion. Het onderwerp mode zal in alle achttien praalwagens terugkomen. Het Bloemencorso van de Bollenstreek is bedoeld als een vorm van promotie voor de bedrijfsmatige bloemen- en bollenteelt.

Desalniettemin is de uitvoering bijna geheel in handen van vrijwilligers. Elk jaar weer helpen vele honderden vrijwilligers van de ‘stekersverenigingen’ de wagens te versieren. Meer dan zestig figuranten –vaak leden van toneelverenigingen – luisteren de wagens op. Het maakt het bloemencorso tot een gemeenschappelijk gebeuren van de hele bollenstreek.

Andere bloemencorso’s

In Nederland zijn elk jaar zo’n twintig verschillende bloemencorso’s te bewonderen. Te beginnen met corso’s van de voorjaarsbollen en eindigend met de dahliacorso’s in augustus en september. Het dahliacorso van Zundert is het grootste bloemencorso ter wereld trok in de eerste helft van de jaren Vijftig meer dan honderdduizend bezoekers.

In 1957 werd het voor het eerst uitgezonden op tv. De dahliacorso’s zijn – anders dan bijvoorbeeld het corso van de Bollenstreek – culturele evenementen zonder commerciële inslag. Ze vinden hun oorsprong veelal in de allegorische optochten die rond Koninginnedag werden gehouden (vóór 1948 was dat op 31 augustus). De dahlia-praalwagens zijn vaak buitengewoon artistiek vormgegeven en echte kunstwerken.

De MAX-praalwagen

Omroep MAX is al jaren vaste leverancier van uitzendingen over de bloemencorso’s. Op zondag 1 mei doet MAX-baas Jan Slagter verslag van het Bloemencorso van de Bollenstreek. Dit jaar is MAX zelf met een eigen Heel Holland bakt-praalwagen van de partij. Met hippe schortjes en kekke koksmutsen past die helemaal in het Corsothema Flowers&Fashion.

Keukenhof

Wie het over bloembollen heeft kan niet om de Keukenhof heen. De Keukenhof heeft dit jaar De Gouden Eeuw als thema. Hoogtepunt is een bloembollenmozaïek van ruim 250 m2 dat is gemaakt van 100.000 tulpen, muscari (druifhyacintjes ofwel druifjes) en krokussen. De Keukenhof is tot en met maandag 16 mei te bezoeken en verwacht dit jaar 800.000 bezoekers uit 100 landen.