Solitude van Jeroen Thijssen

De broers Frank en Robert wonen eind jaren zeventig in een kraakpand in Haarlem. Hun ouders zijn gestorven en ze zijn opgevoed door hun grootvader. Lees hier de meningen van verschillende mensen van het boek Solitude van Jeroen Thijssen.

Lees hier de meningen van verschillende mensen van het boek Solitude van Jeroen Thijssen. Lijkt het u leuk om zelf ook een recensie te schrijven? U kunt u opgeven via Miekes Leesclub

A.J. Sloot

Het boek Solitude begint in de jaren ’70 bij twee broers, Robert en Frank Bramme, die in een kraakpand in Haarlem wonen. Zij zijn opgevoed door hun grootvader waar ze elke week op bezoek gaan in het verzorgingstehuis. Het huis waar ze samen met hun grootvader hebben gewoond verkopen ze. Het enige wat Robert en Frank houden is een Bonsai en een aantal verhuisdozen vol dagboeken, notities en journaals. Frank wil schrijver worden en besluit aan de hand van deze dagboeken een roman te gaan schrijven. Hier neemt het boek de verhaallijn van de twee broers Theo en Hendrik Bramme over, die zijn gaan vechten in Nederlands Indië.

Totaal onwetend hebben zij zich opgegeven om als militair naar Nederlands Indië te gaan. Daar maken ze de nodige verschrikkingen mee en moeten zij erg wennen aan de hitte die er heerst. De broers verschillen sterk van elkaar en beleven de oorlog ieder op hun eigen wijze. Theo en Hendrik deserteren maar blijven wonen in Indië. Theo blijft in de stad Batavia wonen waar hij eigenaar wordt van de krant ‘De Typhoon’. Hij blijft moeite houden met aanpassen in zijn nieuwe vaderland. Hendrik vertrekt naar het platteland, waar hij eigenaar wordt van een plantage. Hendrik neemt vele gewoontes van de inlanders over. Wat mij vooral zo treft is het menselijke aspect van de geschiedenis van Nederlands Indië.

Er is al zoveel over gezegd en geschreven. Deze kant echter belicht de gevoelens van twee verschillende broers. Emoties die iedereen wel kent. Alsof er een goede vriend bij mij op de bank zit en vertelt over zijn familie die gekozen heeft de oorlog in te gaan, maar geheel onwetend. Vervolgens blijken ze moeite te hebben een plek te vinden in hun nieuwe vaderland. De gevoelens en verwarringen die hierbij komen kijken. De keuzes die zij maken en ik mij zo goed kan voorstellen. Hoewel deze keuzes waarschijnlijk niet altijd de juiste zijn.

Het boek leest zeer vlot weg. Het is zo levensecht geschreven vol gevoel en verstandelijke beredeneringen. Het geeft een mooie en goede kijk in de wereld die misschien wel één van onze voorvaderen heeft meegemaakt in Nederlands Indië. Robert en Frank ontdekken aan het eind van het boek de waarheid van hun eigen levensgeschiedenis. Een onverwachte wending, op de laatste pagina. Het boek klopt, van begin tot het eind. Het sleept je mee in een familiegeschiedenis. Wat nog lang in je blijft hangen.

H.P de Braal

Robert en Frank zijn opgegroeid door hun grootvaders, ze weten niet wie hun ouders zijn. Nadat grootvader is opgenomen in het verzorgingstehuis halen ze hun zijn huis leeg en vinden daar een doos, met daarin brievenen papieren die te maken hebben met het Indische verleden. Frank besluit over zijn familie geschiedenis een boek te gaan schrijven. het verhaal speelt zich afwisselend af in verleden en heden en ontrafelt beetje bij beetje hoe de familie geschiedenis in elkaar zit en wat er allemaal is gebeurd in indie, waar grootvader nooit over wilde vertellen.

Wat was er aan de hand met Theo en Hendrik, wat ontdekken frank en Robert als ze zelf de reis naar Solitude maken? Voelen zij zich daar thuis, of zijn ze ontworteld , waar zijn ze thuis . Hoe de verhouding in het verleden tussen de blanken en de inlanders was , wordt erg mooi beschreven, als je het leest dan kun je haast voorstellen hoe het er daar allemaal uitzag. Er blijven wel vragen over , waarom vertrok grootvader naar Nederland, en wat was de mysterieuze ziekte in de familie. Een mooi geschreven boek met een verrassende ontknoping aan het einde.

C.J. Pegels-Berkheij

Jeroen Thijssen beschrijft met de geschiedenis van de twee broers Damme heel veel facetten van ons koloniale verleden in Nederlands-Indië.Langzaam maar zeker word je het verhaal binnengezogen en worden familiegeheimen onthuld. Solitude is door de meesterlijke vertelkunstvan Thijsse een belevenis.

Een aanrader!

P.E. Samuel

Zeven jaar werkt auteur Jeroen Thijssen (1959) aan zijn zevende boek – Solitude’. Hoewel hij niet van Indische komaf is, intrigeert de geheimzinnige, exotische, gevaarlijke, paradijselijke, mysterieuze sfeer van ons Indië hem als kind al. Die proeft hij in ‘De stille kracht’, die hij op televisie ziet. Hij neemt zich voor in zijn schrijversbestaan minstens één boek van zijn hand in Nederlands-Indië te laten spelen. Onder invloed van het in zijn ogen fantastische familieverhaal ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Gabriel García Márquez realiseert hij zijn plan. Op zoektocht duikt hij uren in stoffige archieven. Ook zwerft hij een drietal weken over Java om indrukken, geuren en klanken levensecht te verwoorden.

Thijssen laat mij smullen van prachtige zinnen: … Hendrik ging niet meteen na de regens op zoek naar een vrouw … … Het mannetje tegenover hem knikte stil. De fret in zijn ogen verdrong het konijn in zijn stem … … Twee koeterwalende mannen; de Toren van Babel kwam heel dichtbij … … Op zijn buik lag een gewicht. Dat werd zwaarder, hij kreeg steeds minder adem. Hij stikte … … Het licht maakte diepe, zwarte meren van haar navel en van het kuiltje boven haar borstbeen, het streelde de welving van haar heup en kleurde haar huid met een ivoorgeel dat aan koninginnen was voorbehouden …

Solitude is – wat mij betreft anders dan Honderd jaar eenzaamheid – zo’n boek dat ik in één adem wil uitlezen. Goed leesbaar en prachtig geschreven, 463 bladzijden in mooi lettertype. Als lezer proef je de sfeer, je bént op de plantage en in Batavia. Je voelt de tropische hitte, je ruikt het oerwoud. Jaren voorwerk komen via de invalshoek van twee broers meesterlijk tot uiting in een intrigerende familiehistorie. De aanwezige Indische woorden zijn bepaald niet storend, al worden ze niet altijd verklaard. Het zet de lezer aan tot verdieping in een andere, min of meer onbekende cultuur.

Korte samenvatting: Solitude begint in 1979. Kleinzonen Frank en Robert halen het huis van grootvader Simon leeg. Opa, die de twee jongens heeft opgevoed, is naar het verzorgingstehuis. Hun moeder is gestorven, van hun vader is niets bekend. Grootvader vertelt nooit iets over het verleden. Een doos met dagboeken, brieven en documenten op zolder bevat de familiegeschiedenis van hun voorvaderen in Indonesië. Aanleiding voor Frank om het verhaal op te schrijven. De lezer wordt teruggevoerd naar 1894 en ontmoet Theo en Hendrik Bramme. Zij verruilen het Nederland van weleer voor Nederlands-Indië, waar volop wordt gevochten.

Als Indischgasten ervaren ze de gruwelen van het slagveld, onder meer vechtend in Lombok, in de belegering van Tjakra Negara en bij de beroving van het paleis van Soesoehoenan. Eenmaal uit dienst vestigt Hendrik zich op Solitude, een plantage op Java en koopt Theo, worstelend met de morele aspecten van de kolonisatie, een krant op, waarvoor hij zelf als journalist gaat schrijven. De Hollandse boerenzonen bouwen een bestaan op in een omgeving met andere zeden en gewoontes. Er ontstaat een broeierige sfeer met veel onzekerheden. Personages worden levensecht neergezet in het mystieke land, waar ‘inlanders’ in veel opzichten vrijer zijn dan Hollanders.

In het volgende deel, het is inmiddels 1919, wijzigt het vertelperspectief naar Simon, de zoon van Hendrik, die op Solitude wordt geboren. Op de plantage is het dan betrekkelijk rustig, minder spannend dan ten tijde van de onrustige periode van Theo en Hendrik. Toch houdt de decennia durende geschiedenis je vast. Hij volgt Simon in zijn ouder worden, en hij toont de ontwikkeling van de Nederlands-Indische samenleving. Uit interraciale verhoudingen komen kinderen voort die met hun identiteit worstelen. Het valt op dat vrouwen in de roman na het baren snel uit beeld verdwijnen. Het onverwachte zit in de ontknoping, waarin het grootste geheim wordt onthuld.

Solitude zit vol familiemysteries. Jeroen Thijssen is een geboren schrijver. Hij zet een spannend verhaal neer, met telkens nieuwe wendingen. Trefzeker, stoer en soms ongrijpbaar. Thijssen is een verteller, wiens boek mij tot het einde boeit. Hij legt niet teveel uit, maakt dingen terloops duidelijk. Zoals de verhouding tussen Nederlandse kolonialen en inlanders. Toch houdt hij vaart in zijn verhaal. Hij beheerst de kunst om dingen niet expliciet te vertellen, zodat de lezer via zijn toespelingen de open eindjes zelf kan invullen. Mij spreekt dat bijzonder aan.

Iedereen moet dit boek lezen, dat verdient de Indische literatuur en dat verdient deze schrijver. Voor mij staat hij in een literair rijtje, dat in mijn boekenkast onder het stof is geraakt. Hella S. Haasse met Oeroeg en Heren van de thee, Multatuli en zijn Max Havelaar, en de bijna vergeten M. H. Székely-Lulofs met De Hongertocht, Koelie en Rubber. Uit een doos op zolder ga ik mijn boeken van Couperus nog tevoorschijn halen. Dankzij Jeroen Thijssen neem ik mij twee dingen voor. Ik ga mijn Indische vriend Reggy – “Thuis werd daar niet over gesproken” – met stille kracht dwingen om Solitude te lezen. Met evenveel dwang onderneem ik een herhaalde poging om ‘Honderd jaar eenzaamheid’ door te komen. Dat eerste plan gaat lukken, het tweede zal meer inspanning vergen dan het ademloos uitlezen van Thijssens rijke roman ‘Solitude’.