De dochter van Crusoe van Jane Gardam

Aan het begin van de vorige eeuw wordt de zesjarige Polly Flint achtergelaten bij haar twee vrome tantes.

Lees hier de meningen van verschillende mensen over het boek De dochter van Crusoe van Jane Gardam.

M. G. J. A. Jansen

De hoofdpersoon Polly Flint, komt op zesjarige leeftijd in het gele huis te wonen aan de kust van Yorkshire. Nadat haar moeder is overleden, brengt haar vader die zeeman is zijn dochter onder bij twee oudere zussen van zijn vrouw, de sombere, vrome miss Mary en de vriendelijke miss Frances. In het huis wonen verder een oude vrouw, mevrouw Woods en de dienstmeid Charlotte.
Polly gaat niet naar school, ze wordt thuis onderwezen door haar tantes en mevrouw Woods. Om aan de eenzaamheid te ontsnappen, zoekt ze haar toevlucht in boeken. Vanaf het moment dat ze Robinson Crusoe ontdekt, vereenzelvigt ze zich met de hoofdpersoon. Ook zij voelt zich moederziel alleen, het verlaten gele huis is in feite een onbewoond eiland. Nadat tante Frances met de dominee trouwt en met hem op de boot naar India stapt, wordt Polly door mr. Thwaite, een kennis van de familie uitgenodigd voor een bezoek aan zijn landgoed in York. Daar ontmoet ze voor het eerst van haar leven andere mensen, grotendeels gemankeerde kunstenaars, die dankbaar gebruik maken van de gastvrijheid van lady Celia, de zus van mr. Thwaite. Het is in dat huis dat Polly verliefd wordt, eerst op de dichter Paul Treece en later op Theo Zeit, een Duitse jongen uit een Joodse familie.
In Paul vindt ze een geestverwant, hij discussieert met haar over Robinson Crusoe. Anders dan Polly vindt hij hem een bange man, die op een onbewoond eiland overal bang voor was. In de 28 jaar dat hij in volledige eenzaamheid op het eiland woonde, bad hij aan een stuk door, uit angst. Volgens Polly was hij een held, hij werd niet krankzinnig toen hij volledig geisoleerd op dat eiland zat en maakte er het beste van.

De parallel met Polly ligt voor de hand, ook zij woont in feite op een onbewoond eiland en accepteert elke verandering in haar lot. Ze vraagt nooit naar haar moeder, haar vader komt niet meer ter sprake, als haar tante Frances niet reageert op de stroom brieven die ze haar stuurt, is er slechts sprake van lichte teleurstelling. Ze komt nooit in opstand. Paul sneuvelt in de Eerste Wereldoorlog en Theo trouwt met een ander. En Polly vergelijkt zich met Robinson Crusoe en benijdt hem om zijn verstandige seksloosheid. De cirkel is rond als de twee dochtertjes van Theo, die met een van de laatste transporten vanuit Duitsland naar Engeland worden gestuurd en daarmee aan Auschwitz ontsnappen, onder Polly’s hoede komen en bij haar in het gele huis gaan wonen.

Volgens de achterflap is het boek deels gebaseerd op haar eigen jeugd en die van haar moeder in het eenzame Yorkshire en daarmee het meest autobiografische boek uit het oeuvre van Jane Gardam. Na het lezen van “Een onberispelijke man”, “Een trouwe vrouw” en “Laatste vrienden”, waren mijn verwachtingen hooggespannen. Die zijn niet waargemaakt. Hoewel ik de schrijfstijl mooi vind, lukt het me niet me in de hoofdpersoon te verplaatsen. Alles wat ze meemaakt, of liever gezegd niet meemaakt in haar leven, accepteert ze voor wat het is. Zelfs op de mededeling dat mr. Thwaite haar grootvader is, reageert Polly nauwelijks. De parallel met Robinson Crusoe is hiermee in extremo doorgevoerd, maar maakt voor mij het verhaal niet erg geloofwaardig.

De echte fans van Jane Gardam moeten dit boek zeker lezen. Al was het maar om te kunnen vergelijken. Voor hen die onbekend zijn met haar werk, zou ik “Een onberispelijke man” aanraden.

M. Kuijpers

Het gaat over een klein 6 jarig meisje, Polly, dat op reis gaat en onwetend is over wat er met haar gaat gebeuren. Ze komt terecht in een moerasachtig gebied bij voor haar, onbekende mensen [haar tantes]. Tot dan zit er een veelbelovend verhaal. Later zit er geen vaart meer in het verhaal.. Polly leeft een saai en doelloos leven, zonder vriendjes en waarin bovendien steeds mensen dood gaan/weggaan en waarover zij weinig of geen emoties uit. Ze koestert wel een soort obsessie voor Robinson Crusoe, [houvast voor haar?] waardoor het lijkt alsof Crusoe de lijm is in haar leven maar ook in het totale verhaal….niet echt boeiend. Verder gebeurt er weinig. De liefde komt bij Polly niet van de grond, Polly is feitelijk sociaal arm. Ze wordt stuurloos. Uiteindelijk krijgt ze de kans om op school te gaan werken en dat geeft haar leven een positieve draai. Tenslotte worden er, in het kader van de oorlog, Joodse kinderen naar haar toegestuurd. Kinderen van een vroegere vriend, die ook plots uit haar leven verdween. De komst van deze kinderen komt wel erg onwerkelijk over. Het, ingewikkelde, plot komt helemaal aan het einde. Polly ‘ontmoet’ haar grootvader maar toont daarbij toch weinig emotie.

Conclusie: Het boek ‘liep niet’ . Is of chaotisch / niet pakkend geschreven of niet helemaal goed vertaald. Het verhaal vertoont veel van hetzelfde en teveel mensen gaan dood.
Mijn menig: Ik zou zijn het boek niet aanbevelen bij vrienden van de leesclub.

Miekes recensie

Ook Mieke van der Weij heeft voor de NCRV-gids het boek De dochter van Crusoe van Jane Gardam gerecenseerd. Lees hier of haar mening overeenkomt met de meningen van bovenstaande lezers.