Hella van der Wijst: ‘Ik kan moeilijk dingen loslaten’

Na 22 jaar bij RKK en KRO stapte Hella van der Wijst (50) begin dit jaar over naar EO/IKON. Tijd voor een goed gesprek over keuzes maken en de schoonheid van het ochtendgloren.

Waarom ze bij Brandpunt niet op haar plek was en ze het zo enorm naar haar zin heeft bij de EO. ‘Protestanten zijn over het algemeen wat serieuzer.’

Bijna drie jaar geleden zaten we ook tegenover elkaar. Toen was het omdat Hella van der Wijst van De wandeling naar Brandpunt was overgestapt. Inmiddels werkt ze alweer bijna een jaar voor EO/ IKON. Het afgelopen jaar zagen we haar diepgaande gesprekken voeren in Geloof en een hoop liefde. Onlangs kreeg ze er een nieuw programma bij: De nieuwe dag. Samen met een gast ziet ze de zon opkomen.

Een bijzonder moment voor een bijzonder gesprek, legt Hella uit. ‘Je zit veel minder in een klaar-voor-destart- houding. Iedereen is wat ronder, wat minder scherp en stellig. Alle mensen slapen nog en wij hebben afgesproken dat we samen iets gaan doen. Dat is al het begin van een avontuur. Je gaat ook van donker naar licht. Zowel letterlijk als metaforisch. In de gesprekken ga je van de donkere kant, waar je mee geworsteld hebt en waar twijfels waren, naar de nieuwe dag. Wat trekt jou letterlijk naar het licht? Dat soort gesprekken voer je normaal gesproken niet zo snel.’

Hoe vroeg moet jij op?

‘Ik sta om half twee naast mijn bed en werk tot een uur of acht. Als ik thuiskom, check ik mijn mail en doe ik wat gedaan moet worden. Daarna ga ik twee uur slapen. Niet langer, anders ben ik bang dat ik de nacht erop niet meer slaap.’

Ben je een ochtendmens?

‘Nee, helemaal niet! Ik heb mezelf echt iets aangedaan!’

Een masochistisch trekje dus?

‘Nee. Het doel heiligt de middelen. En het is goed om ergens moeite voor te doen. Dat kunnen we tegenwoordig niet meer zo goed. We zijn luie mensen aan het worden. Iets wordt vaak juist bijzonder als je er moeite voor doet. Met tegenzin vroeg je bed uit en dan de zon zien opkomen, voelt fijner en groter dan dit uitgeslapen vanuit je luie stoel bekijken.’

De nieuwe dag wordt op zondag om kwart over twaalf ’s nachts uitgezonden. Rampzalige tijd, toch?

‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Dat vind ik echt. En ook al maak je een programma voor een wat kleiner publiek, de mensen die kijken krijgen wel iets unieks. Niet iedereen kan op primetime zitten. Ik ben allang blij dat sommige programma’s nog gemaakt kunnen worden.’

Je hebt tien afleveringen opgenomen. Elke week één?

‘Het opnameschema werd behoorlijk op z’n kop gegooid doordat mijn vader onverwacht overleed. Het gebeurde binnen een dag en dat was voor hem en voor ons behoorlijk zwaar. Maar 88 jaar, dankbaar, een mooi leven …’ Hella glimlacht bij een herinnering en vertelt: ‘We stonden met z’n allen om hem heen. Hij zou pijnbestrijding krijgen en waarschijnlijk de nacht niet halen. Dan komt er zo’n moment van afscheid. En wat zeg je dan?

Ik zei: “Nou pap, we hebben 88 jaar van je genoten.” Mijn vader is boekhouder geweest, dus goed met cijfers. Hij keek me heel helder aan en zei: “Jij dan maar 50, hè”. Zoiets van: mooi dat je mijn leven even samenvat, maar jij was er maar 50 jaar bij en niet 88.’

Je hebt veel gesprekken gevoerd over verdriet en afscheid. Heb je daar iets aan op zo’n moment?

‘Misschien is het daardoor voor mij wel iets makkelijker om op moeilijke momenten woorden te hebben. Mensen zijn vaak wat onhandig met dingen die zo dichtbij zijn en dat heb ik ook. Maar ik dúrf het wel. En dan maak ik nog liever een fout dan dat ik niks doe. Dat is wat ik van al die ontmoetingen en gesprekken heb geleerd, denk ik. Dat niks doen het ergste is. Daar gaan hele families aan stuk. Al zeg je maar: ik weet niet goed wat ik moet zeggen, maar ik leef met je mee.’

In contact blijven.

‘Ja. En het maakt bijna niet uit hoe. Ik heb zoveel verhalen gehoord van mensen die hun leven bijna versjteerd hebben omdat het op die precaire momenten zo makkelijk misgaat. Dat lijntje houden is ook een lijntje in mijn leven. Ik kan moeilijk dingen loslaten.’

De vorige keer dat we elkaar spraken, had je jouw ‘televisiekind’ De wandeling met pijn in het hart losgelaten en stortte je je met alles wat je had in een nieuwe uitdaging: Brandpunt. Na één seizoen was het over. Was dat een ander loslaten dan bij De wandeling?

‘Heel anders. Dit was omdat het niet het goede spoor voor mij was op dat moment. Wie ik ben en wat ik kan en meebreng, kon ik bij Brandpunt moeilijk kwijt. Ik wil problemen aan de orde stellen, maar óók kijken wat mensen al doen om ze op te lossen. Dat perspectief zoeken, past bij de KRO. En ook bij EO/IKON. Maar in die periode kreeg ik daar bij Brandpunt geen ruimte voor. Ik vond het meer machojournalistiek en ik ben meer van de mensenjournalistiek. Ik denk dat ik nu beter bij Brandpunt zou passen, sinds de mensen van NCRV erbij zijn gekomen.’

Wat heb je van deze periode bij Brandpunt geleerd?

De wandeling kwam vanzelf op mijn pad, zoals nu ook mijn overstap van de KRO naar EO/IKON. Als ik alles terugredeneer, dan zijn dát de goeie momenten. Brandpunt was meer geforceerd. Ik voelde me heerlijk bij De wandeling, maar de directeur Media wilde graag dat ik naar Brandpunt ging. Daar wil ik dan wel voor openstaan en ik bedacht ook nog dat het misschien een goeie carrièrestap was. Allemaal met het hoofd bedacht. Terwijl ik beter goed kan letten op wat ik voel.’

‘Vanaf het eerste gesprek met de EO voelde het goed. Anders was het bij één gesprek gebleven, want ik was bij de KRO lekker voor en achter de schermen bezig en er waren ook plannen voor iets nieuws. Maar ik kreeg echt het gevoel dat ik bij EO/IKON mijn vleugels meer kon uitslaan. Geloof en een hoop liefde is een programma waar ik me heel erg thuis voel. En het doet het zo goed, dat we vanaf januari naar een later tijdstip gaan. Elke werkdag om tien over zes en ook nog tien minuten langer. Het is mooie televisie, echt en spontaan. Het is geweldig om mensen tegen te komen met wie je zomaar de mooiste gesprekken krijgt. Arjan Lock en Geert Jan Blanken van de EO zeiden: “Dat kun jij.” En dat klopt ook.’

Merk je cultuurverschillen, als katholiek meisje in een protestants nest?

‘Ik merk dat protestanten over het algemeen wat serieuzer zijn. Bij de KRO was ik een van de rustige mensen en bij de EO heb ik soms het gevoel dat ik heel aanwezig ben. Ik heb natuurlijk ook dat Brabantse, bourgondische … Even lekker gek doen. Daar zit wel wat verschil. Verder merk ik dat de mensen bij EO/IKON iets minder op het ego gericht zijn dan bij de KRO. Ik ervaar ze als heel erg betrokken, in de zin van met z’n allen bezig zijn in plaats van met zichzelf. Het is dezelfde soort betrokkenheid die ik bij de RKK ook altijd heb ervaren.’

Het lijkt erop dat je je plek weer hebt gevonden.

‘Ja. Ik ben een ongelofelijke bofkont.’

Paspoort

Naam: Wilhelmina Jacoba Maria van der Wijst

Geboren: 2 december 1964 in Veghel

Woont: samen met haar partner in het Gooi

Opleiding: Academie voor Journalistiek Tilburg

Carrière: Als verslaggever voor Kruispunt (RKK, 1992-2003) maakte Hella reportages over o.a. de oorlog in Bosnië en de doodstraf. In 1996 kreeg ze hiervoor het Marga Klompé-stipendium. Met De wandeling (KRO, 2003-2012) en Het gevoel van de Vierdaagse zette Hella het wandelen in Nederland op de kaart. Eind 2012 volgde een seizoen Brandpunt, waarna ze voor en achter de schermen werkte aan RKK-programma’s als Stille helpers en De Kloosterserie. Begin 2015 stapte ze over naar EO/IKON met Geloof en een hoop liefde (EO) en De nieuwe dag (IKON).