Recensie Mieke: De hoogstapelaar van Wessel te Gussinklo

Zelfstandig te lezen, derde boek over Ewout Meyster. Verbazen wil hij zijn vrienden, maar ook de wereld, met zijn ‘optredens’ op straten en pleinen.

De hoogstapelaar ****

Dit boek van Wessel te Gussinklo won vorig jaar de BookSpot Literatuurprijs. Begrijpen deed ik dat niet echt. Ik had hem aan Manon Uphoff gegeven voor Vallen is als vliegen.  Te Gussinklo was uiteraard blij: in een interview in Trouw (31 december) zei hij: ‘Ze hebben niet gekeken wat goed verkocht of maatschappelijk relevant was, ze gingen voor literaire kwaliteit. ‘

Over dat laatste kun je lang twisten, maar het verrassende was natuurlijk dat hij de prijs won met een boek dat geurt naar Couperus, Vestdijk en Reve tegelijk… Een echt ouderwets boek, in de goede betekenis van het woord, over een zeventienjarige jongen die zijn draai in het leven niet kan vinden. Van alle scholen is hij afgetrapt, hij zit veel thuis met heel veel pakje sigaretten en heel veel glazen cola.

Het moeten de jaren 60 zijn want er wordt een jazzkelder bezocht, ‘Dat is pas muziek hè, moet je horen!’ en Ewout heeft een boek van Sartre doorgebladerd waardoor hij denkt te begrijpen hoe de wereld in elkaar steekt. Hij voelt zich ver verheven boven zijn vrienden, al is hij zich ervan bewust dat hij uiterlijk weinig punten scoort. Geen baardgroei en een gladde borst. Heersers en dirigenten fascineren hem. ‘Zo moest het. Zo hoorde het. Koel moest je zijn, hard. Jij koos, en de wereld antwoordde.’

Een vader heeft hij niet meer en met zijn moeder, die een boekhandel in bijbels drijft heeft hij minimaal contact. Hij is belerend en beledigend tegenover zijn vrienden. Vriendschap is voor hem in de eerste plaats een machtsmiddel, en hij schroomt niet om ook ouders van vrienden de les te lezen, die ‘dat arrogante ventje’ uiteraard de deur wijzen, en vervolgens hun zoon de omgang met Ewout verbieden. Zo komt hij steeds meer alleen te staan en slaat zijn omgeving uiteindelijk genadeloos terug.

Een prettige hoofdpersoon is Ewout niet en het helpt ook niet mee dat je de hele tijd in zijn hoofd zit. Het boek is één lange maalstroom van gedachtes, met uitweidingen die er heel lang overdoen om weer bij het begin uit te komen. Te Gussinklo maakt veel gebruik van haakjes, soms wel driedubbel. Ook door de vele herhalingen vergt dit boek wel enig uithoudingsvermogen van de lezer. Maar door dat obsessieve van Ewout kom je als lezer ook heel dichtbij, en ga je toch enige sympathie voor hem voelen.

Ik las het met gemengde gevoelens, en moest me steeds dwingen om het weer op te pakken en terug te keren naar dat dwangmatige gevoelsleven van Ewout. Maar als ik dan weer in zijn hoofd zat, fascineerde het me meteen weer.

‘Boeken als deze zijn een bedreigde diersoort. Ons literaire landschap kampt soms met een gebrek aan durf maar aan Te Gussinklo ligt het alvast niet – zo’n vreemde eend in de bijt moeten we koesteren’, stond in HUMO. Daar hebben ze gelijk in. Vooruit, een ster erbij.

Uitgeverij Koppernik  372 blz. €21,50, e-book €9,99