Recensie Mieke: Lichtspel van Daniel Kehlman

Om aan de opkomende nazi’s te ontsnappen wijkt G.W. Pabst uit naar Hollywood.

Lichtspel ★★★★★

Toen ik Lichtspel dichtsloeg voelde ik me compleet van de sokken geblazen. Wat een boek zeg, wat een ingenieuze compositie: hoe Kehlman alles aan elkaar knoopt en hoe het laatste hoofdstuk teruggrijpt op het eerste, en hoe je op de laatste bladzij nog verrast wordt, maar ook in verwarring gebracht. Meesterlijk.

En wat een verhaal! De hoofdrolspeler, de Oostenrijkse filmregisseur G. W. Pabst heeft echt geleefd, ja, en zijn geschiedenis klopt in grote lijnen, dat kun je gewoon nalezen op Wikipedia, daar staat allemaal netjes genoteerd hoe hij, nog in de tijd van de stomme film en ook daarna, ten tijde van de Weimarrepubliek succes had in Duitsland, dat hij samenwerkte met Greta Garbo en Louise Brooks, en met Leni Riefenstahl. (Die beroemde regisseur van Hitlerpropagandafilms was namelijk eerst actrice.) En dat hij het dan in de VS probeert te maken, zoals veel collega’s. Maar Hollywood wijst hem na één geflopte film af.

Hij gaat terug naar Europa, eerst naar Frankrijk en dan naar zijn geboorteland, naar zijn zieke moeder. Doe het niet! Roepen wij nu. In 1938!!! Maar hij doet het wel en sleept zijn vrouw en zoon mee. Als ze op het kleine familiekasteeltje zijn, waar een kwaadaardige fascistische huisbewaarder de scepter zwaait, breekt de oorlog uit en zitten ze in de val. Met die huisbewaarder zitten we al in fictie denk ik, want Kehlman maakt van dit leven een roman. ‘Mij moet je boven alles wantrouwen’, zegt de schrijver in een interview in de Volkskrant, ‘niet omdat ik bewust zou liegen maar omdat ik dingen bedenk.’

Pabst wil het niet, maar wordt toch langzaam maar zeker ingepalmd door de nazi’s. Die films zijn toch kunst? ‘Dit gaat allemaal voorbij’, zegt hij tegen zijn vrouw die het wel wil zien. Zij stelt hem de vraag: ‘Is de kunst dan niet blijvend bezoedeld? Is ze niet blijvend met bloed besmeurd?’ Terwijl hun zoon zich moet handhaven op allerlei scholen en zo de hardheid opdoet die hem onherroepelijk naar de Hitlerjugend drijft, maakt Pabst de ene film na de andere en compromitteert zich steeds meer. Hilarisch hoogtepunt is de scène waar hij op bezoek gaat bij Goebbels, minister van propaganda.

Kehlman heeft het opgeschreven in scènes die steeds een ander vertelperspectief hebben en een andere locatie. Hij heeft er dus eigenlijk ‘een film’ van gemaakt. Dat lijkt verwarrend maar dat is het niet, ze lopen wonderwel in elkaar over. In dat interview antwoordde hij op de vraag waarom hij het manuscript altijd eerst met vulpen schrijft, voor hij de computer erbij haalt: ‘Dat is voor mij iets heel belangrijks, dat het vloeiend wordt, dat er iets van een taalrivier ontstaat.’

Meegesleurd door die rivier zat ik tot midden in de nacht te lezen, en toen ging ik ook nog kijken naar Paracelsus. De zwart-witfilm die in het boek in première gaat, over de beroemde middeleeuwse arts, staat in zijn geheel op YouTube. Ja, dat is wat een echt goed boek met je doet, daar wil je in blijven hangen, dan stel je het einde uit.

Uitgeverij Querido 381 blz. € 24,99 (e-boek € 14,99)