Recensie Mieke: Empusion van Olga Tokarczuk

Mieczyslaw Wojnicz neemt intrek in een kuuroord waar zich verontrustende gebeurtenissen voordoen.

Empusion  ★★★★★

Wie De toverberg las zal het onmiddellijk herkennen: Een jongeman komt aan bij een ‘pension voor heren’, in de hoop in het nabijgelegen kuuroord van zijn tuberculose te genezen. De frisse, heilzame berglucht, de hardhandige dokter en de curieuze gasten die, net als in Thomas Manns klassieker dagelijks met elkaar debatteren over hun opvattingen en theorieën. In dit boek gaat dat voornamelijk over vrouwen. Als je je niet ergert is het haast vermakelijk om over al die vrouwenhaat te lezen.

Vrouwen worden steevast als ijdele, wankelmoedige, huilerige wezens voorgesteld. ‘Het was niet duidelijk waaraan je in hen houvast vond, wat te vertrouwen was. Ze ontschoten je, ze waren glibberig als een slang.’ Of: ‘Daar waar bij de man de wil zetelt, daar zit bij de vrouw de begeerte.’ Enzovoort. En als je denkt: is dat niet een beetje té, helpt Tokarczuk je uit de droom: achterin legt ze uit dat al die misogyne uitspraken afkomstig zijn van teksten van bestaande auteurs: van Plato tot Jean-Paul Sartre. Leuk spelletje! Wie schreef wat?

Het is 1913, de ‘Hans Castorp’ heet hier Mieczyslaw Wojnicz, een 24-jarige student water- en rioleringstechniek uit Lemberg. Hij is nieuw in deze omgeving en neemt alles voor ons lezers dus perfect waar. We maken via hem kennis met de gymnasiumleraar Lukas, de humanist August, de theosoof Frommer en de kunststudent Thilo von Hahn. Hoesten doen ze allemaal. Met Thilo, die terminaal is, raakt Mieczyslaw bevriend. Hun dagen vullen zich met ligkuren, koudwaterdouches, wandelingen in de buitenlucht en uitstapjes naar de omliggende bergen. Na de copieuze lunches en diners bedwelmen ze zich met glaasjes ‘Schwärmerei’, een zelfgestookte likeur met obscure ingrediënten, die een geestverruimende uitwerking heeft. (Spoiler: de psylocybine van kaalkopjes).

Vrouwen komen in het verhaal niet voor, op twee zwijgende zusters na en de vrouw van de pensionhouder, die al snel zelfmoord pleegt. Wel is de verteller een vrouwelijke wij, die verhaalt over mysterieuze zaken die zich in het bos afspelen, vreemde wezens die zich schuilhouden en kolenbranders die hun lusten botvieren op meisjes van mos en zwammen. En niet te vergeten: onzichtbare vrouwen die jaarlijks een mensenoffer eisen. Ja, het is een heerlijk mysterieus verhaal, waar alles gaandeweg betekenis krijgt. En waar alles met alles samenhangt, ook letterlijk. Een natuurgeneeskundig griezelverhaal noemt de schrijver het zelf.

Natuurlijk ga je vergelijken met het weergaloze Jaag je ploeg over de botten van de doden, waarin de excentrieke Janina die in een huisje in de bossen leeft, van dieren houdt poëzie vertaalt als een miss Marple een reeks moorden moet oplossen. Zij is wellicht een spannender en sympathieker personage dan de argeloze Mieczyslaw. En er is natuurlijk een hoop te zeggen over de visie en de onderstromen van beide boeken, en over de holistische visie op de wereld van Tokarczuk, en het is niet altijd even simpel. Maar het verhaal hield me vanaf de eerste bladzijde in de greep. Het is zo rijk aan ideeën, er zitten zoveel lagen in. Toch leest het als een tierelier.

Uitgeverij De Geus 376 blz. Paperback €27,99 E-boek €14,99