Recensie Mieke: De solist van Rob Waumans

Nadat de Russen Berlijn hebben ingenomen, keert de joodse musicus Valentin Grossman na jarenlange onderduik terug naar huis.

De solist **

Het leuke van deze rubriek is dat je schrijvers leert kennen die je  anders misschien  over het hoofd had gezien. Zoals Rob Waumans , die al twee boeken op zijn naam heeft staan en nu kom met een historische roman. Benieuwd.

In de proloog het verhaal van Chopin, die in Mallorca verbleef met George Sand en daar ziek en uitgeput, in de kou zijn preludes schreef. Pas heel veel later snap je enigszins het waarom van dit voorafje. Beetje gezocht.

De Joodse pianist Valentin Grossman komt na ruim vijf jaar in de onderduik terug in Berlijn, dat nog maar net bevrijd is door de Russen. De stad ligt volledig in puin en de ‘overwinnaars’ gaan tekeer als beesten. De soldaten hebben hun wraakgevoelens tegen de fascisten jarenlang opgespaard, en verkrachten elke vrouw die ze tegenkomen. Vrouwen vragen  ‘Hoeveel?’ als ze elkaar tegenkomen, en dan bedoelen ze ‘door hoeveel mannen ben jij verkracht?’ Ik wist dit niet, maar dit is echt zo gebeurd, vertelde Waumans in ‘Nooit meer slapen’ van de VPRO; hij heeft uitputtend onderzoek gedaan naar Berlijn in die periode. Het personage Valentin is weliswaar verzonnen, maar de rest  niet.

Valentin is wanhopig op zoek naar zijn vrouw Elise in dat kapotgeschoten Berlijn, waar hij mijmert over hun gezamenlijke verleden en ondertussen de meest gruwelijke dingen ziet gebeuren. Zijn vriend, dirigent Leo Borghart, heeft echt geleefd. Samen proberen ze te midden van alle ontreddering en verwoeste gebouwen een concert te organiseren van de Berliner Philharmoniker. Dat had voor en tijdens de oorlog onder leiding gestaan van de beroemde Furtwängler, maar die mocht in 1945 niet meer terugkeren wegens vermeende nazi-sympathieën. Het is een bijna onmogelijke opdracht maar het lukt ze. Zelfs een piano wordt gevonden. Valentin is er van overtuigd dat hij Elise door de muziek terug zal vinden. Ze zal vast naar het concert komen.

Aan het verhaal ligt het niet, dat is gruwelijk en mooi genoeg. Het probleem is dat Waumans het te expliciet vertelt. Er wordt niets aan je verbeelding overgelaten. Als hij een merel beschrijft die in en uit een blauweregen vliegt, dan komt er achter aan: ‘het zijn dingen die gebeuren in een wereld die door blijft draaien, waarin vogels vliegen en de lente zien als een start.’   Ja, dat hadden we allang begrepen hoor!

Dat gevoel overviel me te vaak. Werkelijk alles wordt eindeloos vaak uitgelegd. Dat het stinkt in de stad omdat er zoveel lijken onder het puin liggen, spreekt voor zich. Dat hoef je niet eindeloos te herhalen. Eén persoon met een zakdoek voor zijn neus is genoeg.

Ik voelde me als lezer regelmatig onderschat.

En lelijke zinnen: ‘De woede raast door zijn buik en borst en blijft steken in zijn keel’, of ,  ‘Nostalgie snijdt door zijn lichaam.’ Wat nou?

Het lijkt wel of Waumans alles alleen maar expliciet aan de lezer kan mededelen, terwijl hij dat natuurlijk invoelbaar zou moeten maken door wat hij beschrijft.

Show, don’t tell. Afijn.

De boodschap is wel mooi: hoe muziek de wereld beter maakt.