Recensie Mieke: De wind kent mijn naam van Isabel Allende

Drie vluchtelingenverhalen, uit 1938, 1981 en 2019, komen uiteindelijk samen in een tijdloos verhaal van ontworteling en verlossing.

De wind kent mijn naam ***

Bij een nieuwe roman van Isabel Allende weet je van tevoren wel zo ongeveer wat je krijgt. Het gaat altijd over sterke vrouwen, Zuid-Amerika speelt steevast een rol, geschiedenis én heden, en een vleug magisch realisme ontbreekt nooit. Ze heeft een schrijfstijl die ik kordaat zou willen noemen, niet te veel lagen, of toespelingen of subtiliteiten: ‘What you see is what you get.’ Ze gaat recht op haar doel af en als geen ander weet ze je meteen een verhaal binnen te trekken.

Dat gaat niet altijd subtiel: al in de eerste zin hangt er ‘onheil in de lucht’, het is al echt winter, er is sprake van ‘beklemming op de borst’ en ‘de angst was als een stank van roest en afval die in Adlers neus zat’. Deze Rudolf Adler is een joodse arts in Wenen in 1938, hij maakt deel uit van de seculiere burgerij, maar is evengoed doelwit van de Kristallnacht. Daar zitten we meteen middenin: Allende beschrijft de verwoesting heel expliciet… de radeloosheid van de Adlers, en hoe er geen andere keus is dan hun zoontje op het kindertransport naar Engeland te zetten. Het gaat allemaal heel snel, ook voor de lezer. ‘Rudolph Adler kwam nooit meer thuis en zag Rachel en zijn zoon nooit meer terug.’ En dan zijn we pas op bladzijde 33. Samuel wordt uiteindelijk liefdevol opgevoed door een quakers-echtpaar en wordt violist in Amerika.

Amper bekomen van deze gruwelen schakelen we door naar het volgende nare vluchtverhaal. We zoeven van 1938 naar 1981 en maken kennis met Leticia Cordero, die als kind Amerika was binnengekomen, ‘vastgeklampt aan haar vader, die zwemmend de Rio Grande overstak’. Door een toeval zijn ze ontsnapt aan het grootste bloedbad uit de Salvadoraanse Burgeroorlog, in El Mozote, aangericht door het (door de CIA getrainde) leger. Daarbij werden hele dorpen uitgemoord.

Net als we haar een beetje hebben leren kennen meldt Selena Duran zich, in 2019 zitten we dan. Ja, Allende houdt de vaart erin! Selena gaat naar een advocatenkantoor om een goed woordje te doen voor een Project voor Vluchtelingen en Migranten. Ze heeft zich ontfermd over een blind meisje dat gescheiden is van haar moeder bij de grens van Mexico, in het kader van Trumps beleid jegens migranten. Moeder is spoorloos.

Deze drie verschillende levensverhalen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben worden door Allende verder uitgewerkt en uiteindelijk komen ze allemaal samen. Niet dat het één groot happy-end wordt, maar het lijkt er wel op: Het blinde meisje wordt uiteindelijk opgevangen door de inmiddels oude Samuel in het landhuis waar Leticia als huishoudster de scepter zwaait.

De thema’s zijn overduidelijk: migratie, geweld en dan het kind, dat altijd het kind van de rekening is. Ook maakt Allende zich druk om de voortdurende interventies van de VS in Latijns-Amerika. Het is pageturner en engagement ineen. Al doe ik het met deze term wel tekort. Erg literair is het niet, maar het boeit van het begin tot het eind. Het is recht toe rechtaan op je doel af. Gewoon een lekker boek, mét inhoud.

Uitgeverij Wereldbibliotheek 286 blz. € 24,99 (e-book € 12,99)