Recensie Mieke: Het licht in de stad van Inge Schilperoord

Sophie (16) verliest haar vader, een advocaat die jihadisten verdedigde. Ze raakt in de ban van een meisje dat hij vrijkreeg, maar zich alsnog bij IS aansloot.

Het licht in de stad ***

Ja, dat vermaledijde ‘tweede boek’ na een succesvol debuut. Inge Schilperoord kan er over meepraten. Zeven jaar na Muidhond is Het licht in de stad er. Muidhond ging over een jonge man die worstelt met zijn pedofiele gevoelen, niet meteen een onderwerp waarvan je denkt: kassa! Maar dat werd het wel. Er volgden nominaties, een verfilming, vertalingen. Dat haar werk als forensisch psycholoog een rol speelt, ze onderzoekt de oorzaken van crimineel gedrag, is duidelijk. Bij dit nieuwe boek is dat niet anders. Schilperoord vertelt in een interview dat ze deel uitmaakte van een ploegje psychologen en psychiaters dat werd opgeleid om onderzoek te doen bij jongeren die verdacht werden van jihadistisch extremisme. De gesprekken met deze jongeren, in combinatie met haar fascinatie voor religie en de zelfkant van de maatschappij leidden tot haar tweede roman.

Sophie is de puberdochter van een Nederlandse strafrechtadvocaat. Hij kwam om bij een fietsongeluk. Vlak voor zijn dood had hij een aantal Jihadreizigers vurig verdedigd.  Sophie, die na de eerdere dood van haar moeder, bij haar tante woont, wil dichter bij hem komen. Hij heeft haar altijd verteld dat de islam in principe een goede godsdienst is. Hoe zit het nou? Ze sluit vriendschap met Zala, een Afghaanse klasgenote. Een meisje dat gewoon islamitisch is opgegroeid, ze stelt er niet veel vragen bij, voor haar is Allah een gegeven. Jihadisten? Dat vindt zij helemaal geen moslims.

Ook al staat het ver af van haar eigen leven, Sophie voelt zich op een bepaalde manier thuis bij Zala, een wel erg typisch familiehuishouden met veel lage kussens, kopjes thee, beschilderde hennahanden en een inwonende oom. Ze gaat er steeds vaker heen. Ook bezoekt ze ‘bekeerlingensites’. ‘Ze durfde de gedachte haast niet toe te laten maar misschien was het toch mogelijk dat zij, net als Zala en de andere meisjes, de bekeerlingen, God zou vinden.’ Het is een enorm pubergetob en als lezer denk je: hou op! Wees blij dat je bij zo’n leuke tante woont (de zus van haar vader), die quiches voor je bakt en Bach speelt. Dat vindt die tante zelf natuurlijk ook: ‘Waarom nou weer dat ellendige onderwerp?’

Het verhaal krijgt wat meer vaart als Sophie een strafrechtdossier vindt van haar vader. Ongeloofwaardig is het wel, dat hij dat zou laten liggen, en dan ook nog nét dat dossier van het meisje bij wie hij een inschattingsfout heeft gemaakt, Isra. Die is als jihadbruid teruggegaan naar het kalifaat, en het lukt Sophie ook nog om contact met haar te leggen. Ze raadt zomaar haar schuilnaam. Dat zijn wel heel veel toevalligheden, en het boek kwam wat gekunsteld op me over.

De innerlijke strijd van de pedofiele Jonathan uit Muidhond was veel verontrustender, en echter, naar mijn gevoel. Het lukte me dan ook niet om deze Sophie serieus te nemen, ze liet me betrekkelijk koud. En ’Een roman om wakker van te liggen’, zoals er op de achterkant staat, is het niet. Dat is echt potsierlijk.

Uitgeverij Podium 213 blz. € 22,50 (e-book € 12,99)