Recensie Mieke: Hoogachtend, Eliza Peabody van Jane Gardam

Een bemoeizuchtige ex-diplomatenvrouw lijkt de grip op de werkelijkheid te verliezen, terwijl ze brieven aan een verdwenen buurvrouw schrijft.

Hoogachtend, Eliza Peabody ****

Dit boek pakte me niet meteen: Het begint zomaar met brieven die Eliza Peabody, een keurige 50-jarige, schrijft aan Joan, een buurvrouw… Ze is een beetje opdringerig, dat voel je meteen. Antwoord komt er niet. Al snel worden de brieven gestuurd naar een adres in het buitenland, want deze Joan is hem kennelijk gesmeerd en heeft haar man in de steek gelaten.

Maar gaandeweg vraag je je als lezer af: Is dat wel zo? Is die Joan wel in Bangladesh? Is haar man Henry wel weg? Heeft Eliza wel twee honden te verzorgen? En dit alles speelt zich af in een keurige buitenwijk van Londen, waar een enorm park is en de tuinen vol geurige rozen staan. Eliza Peabody is een van de meest onbetrouwbare vertellers die ik ooit in de literatuur ben tegengekomen. Maar gaandeweg raak je gegrepen en geïntrigeerd door haar verhaal.

Duidelijk is dat Eliza haar grip op de werkelijkheid steeds meer verliest. Door die brieven, waar dus nooit antwoord op komt, beschrijft ze het uiteenvallen van haar huwelijk en hoe ze in haar keurige buurt steeds meer bekeken wordt als een gekke Henkie. Ondertussen beschrijft ze de bewoners in haar buurt genadeloos. Want hoe treurig Eliza misschien ook is, humor heeft ze wel, en een zeer scherp oog voor andermans tekortkomingen. Eliza verricht hand en span diensten voor een tehuis voor ‘gevallen meisjes’, die na de bevalling hun baby’s moeten afstaan. Kostelijk hoe ze de maatschappelijk werkster van de overheid ‘helaas wettelijk verplicht’ beschrijft.

‘Mevrouw Djinn was oud, vermoeid, cynisch en bijna gepensioneerd. Ze droeg handgebreide mosterdkleurige vesten met door de vele zakdoeken uitgelubberde mouwen, want ze was altijd verkouden. Haar ogen hadden alles gezien en verwachtten niets en de rapporten die ze over de inwoonsters schreef onttrokken alle leven aan de meisjes. De daad die hen onder haar aandacht had gebracht was in haar ogen niet mysterieus en niet interessant. Voor mevrouw Djinn was de geslachtsdaad zoiets als een virusinfectie die een gemene griep tot gevolg kon hebben, iets wat de menselijke soort nog niet had weten uit te roeien. De driften van het lichaam waren voor mevrouw Djinn braakliggende, dorre velden en haar gezicht was dat van een desolaat houten afgodsbeeld.’

Ja, Jane Gardam is een geweldige stylist met heerlijke valse humor. Alles krijgt een veeg uit de pan van deze ‘grand old lady’ van de Engelse literatuur, en het is fijn dat uitgeverij Cossee ook haar oudere werk uitgeeft, dit is uit 1991.. Aan het eind vallen alle puzzelstukjes in elkaar. Dan pas snap je alles wat je daarvoor gelezen hebt. Eigenlijk zou je dan weer opnieuw moeten beginnen om te ervaren hoe ingenieus Gardam haar plot in elkaar heeft gezet.

Tot slot nog zo’n fijne observatie: ‘Zulke rozen – het is eigenlijk maar goed dat ze dit jaar niet gesnoeid zijn. Henry snoeide ze altijd helemaal kaal. Ze moesten zich zowat uit de stam persen om het jaar in te halen en zagen er pas in augustus, als iedereen met vakantie was, weer een beetje behoorlijk uit.’

Uitgeverij Cossee 296 blz. €24,99