Recensie Mieke: Momenten voor de eeuwigheid van K. Anfinnsen

Een Noorse vrouw van negentig, hartchirurg in ruste, overdenkt in Parijs haar leven en liefdes.

Momenten voor de eeuwigheid *****

‘Er zijn niet veel tekenen die erop wijzen dat mij in dit leven nog iets moois zal overkomen’. Nee, vrolijke lectuur is het niet bepaald, dit boek van de 51-jarige Kjersti Anfinnsen uit Noorwegen. Ze heeft zich op bewonderenswaardige wijze ingeleefd in de wereld van een bijna negentigjarige vrouw, en had met deze roman groot succes.

Deze vrouw, Birgitte Solheim woont in Parijs. Haar hele leven heeft ze gewerkt als hartchirurg in New York. Ze was de absolute top, maar als er een lezing gehouden moest worden over een methode die zij had uitgevonden voerde haar mannelijke collega het woord. ‘Dat was de beste oplossing. Mensen luisteren beter als mannen praten.’ Tijd voor een huwelijk of een gezin gunde ze zichzelf niet. Haar jongere en enige zus, die in Noorwegen woont, maakte andere keuzes. De twee bejaarden skypen vaak, en de familieverhoudingen worden zo genadeloos blootgelegd.

Het is hilarisch en schrijnend tegelijk, vooral de liefdeloze jeugd, waar ze beiden de gevolgen van hebben ondervonden. ‘Mijn moeder stond absoluut geen gevoelens toe. Van jongs af aan leerde ik mezelf om blijdschap, woede en verdriet voor haar te verbergen, want dan liet ze me met rust. Ik moest met mijn zus concurreren over van alles om ook maar enige vorm van waardering te krijgen’. Niet zo raar dat het nog steeds slecht botert tussen die twee.

Wat het boek, dat bestaat uit korte fragmenten, zo sterk maakt is de cynische en nietsontziende toon. Brigitte is meedogenloos in haar observaties, en dat is vaak grappig. ‘De geslachtsorganen van oudere mensen zijn niet bepaald romantisch. Ik vermijd het over het algemeen daar dieper over na te denken.’ Soms is het maar een enkele zin, die al een hele wereld oproept. ‘Ik weet nog dat mijn moeder haar bruidsjurk verknipte.’

Is er behalve verleden ook nog toekomst? Brigitte ziet weinig mensen, moppert op de tv of zit bij het raam waar ze uitkijkt op ‘Chez Colin’. Daar gaat ze af en toe eten, totdat Colin sterft en er o, ironie, een uitvaartwinkel voor in de plaats komt. Verder komt de kapper, maar ook dat is geen genoegen. ‘Ik heb een hekel aan mijn kapper’ begint een hoofdstuk dat eindigt met ‘Ik voel me altijd zo onbeholpen als hij mijn haar heeft gedaan.’

Dan ontmoet ze via internet voormalig architect Javier, met wie ze zelfs een latrelatie begint. Tot hij in het tweede deel steeds verder in de war raakt en sterft. Ook Brigitte takelt af, ze valt in haar flat, ze gaat zich steeds vreemder gedragen, en ze moet worden opgenomen. ‘Er komt geen eind aan de vernederingen’.

Aanvankelijk valt er dus veel te lachen, omdat Brigitte zo’n nietsontziend personage is. Maar het relaas wordt allengs treuriger, en dat is zeker voor de oudere lezer, waar ik me zelf ook maar bij reken, best confronterend. Brigitte hoopt dat het einde komt ‘als een moment waarop ik stilletje uitdoof, zo ongemerkt dat het lijkt op een streling.’ Maar: ‘Het zal wel te veel zijn om te hopen op zo’n gemakkelijke, stille dood.’

Uitgeverij Ambo|Anthos 232 blz. € 22,99 (e-boek € 12,99)