Recensie Mieke: Munt van Richard Osinga

Een oude zilveren munt vormt de spil in het leven van drie personen.

Munt ***

Gewonnen heeft hij hem niet, de Boekenbon Literatuurprijs, maar hij zat wel bij de laatste vijf. Richard Osinga bouwt gestaag voort aan een interessant oeuvre, waarin zijn diplomatenverleden zich doet gelden. Ook ‘Munt’ speelt zich bepaald niet af in zompige polders, maar in Afrika, in Congo, waar de vondst van een oude munt het verhaal in gang zet en drie mensen uit heel verschillende culturen met elkaar verbindt.

‘Munt’ begint met een Afrikaanse ontstaansmythe over de god Komba die de mens schept, blind, zonder handen en voeten, ‘maar Komba zorgt dat het de mens aan niets ontbreekt’. De ontevreden mens wil toch zien, en zich voortbewegen, en zijn eigen voedsel verzamelen, en dieren doden, en zo wordt hij de vernietigende mens die hij is geworden. Dit thema zit als een rode draad door de roman.

Pamedi is de belangrijkste van die drie personages, een Congolese jongeman die, natuurlijk, droomt van een leven in Europa. Hij verhuurt zich als gids aan Europese en Australische filmploegen en spaart zo geld voor de reis. Er worden films gemaakt over de natuur, of vluchtelingen. ‘Geen Congolees ziet die films ook. Niemand kan zeggen of de dingen die ze in hun film vertellen kloppen.’ Het is duidelijk: Osinga kraakt graag en passant flink wat neokoloniale noten: ‘Europeanen en Amerikanen betalen duizenden dollars om een glimp op te vangen van een berggorilla, maar ze willen zo min mogelijk weten van de omstandigheden waaronder de Congolezen leven.’

Tijdens zo’n expeditie vindt Pamedi, een jongeman die getraumatiseerd is door een jeugd als kindsoldaat, de munt, toevallig, in een nog onontdekt rijk graf, van een koning? Hij komt terecht bij een Chinese jongeman die een metaalhandel drijft. Hij hierheen gestuurd door een op geldbeluste oom, die een importvergunning heeft gekregen. Met metalen voor mobieltjes gaat hoopt oom zijn slag te slaan. Xiao Wei haat Congo, maar kon niet weigeren. Hij drinkt veel bier, gaat naar Franse les en droomt van zijn vriendin. Met die munt hoopt hij een financiële slag te slaan, zodat hij terug kan.

Eva is de derde, een ambitieuze wetenschapper, gespecialiseerd in de analyse van pollen, op grond waarvan je de ontwikkeling van de landbouw in een bepaald gebied kunt bepalen. Haar vriend heeft haar bedrogen en ze aanvaardt maar al te graag een gasthoogleraarschap in Gent. De flamboyante taalprofessor Koenraads, die denkt dat die vondst van een oud graf er ook wel eens op zou kunnen wijzen dat er al veel eerder landbouw in Congo was dan werd aangenomen, wil haar dolgraag meenemen op zijn expeditie. ‘We kunnen dat land zijn geschiedenis geven. Zijn trots.’ Geen Afrikaan die daar om maalt, vindt Eva, ‘het is voor de bühne. Een bühne waarop alleen witte mensen staan. Witte mannen die goed zijn in het binnenhalen van miljoenensubsidies.

Thema’s genoeg dus, en verhaallijnen ook. En Osinga heeft ze bepaald kunstig door elkaar gevlochten. Wetenschap, religie, natuur, maar ook migratie en geopolitieke ontwikkelingen, er zit veel in. En het is nog spannend ook. Maar de personen zijn wel de pionnen in dit vernuftige bouwwerk: ze krijgen als mens net te weinig smoel.

Uitgeverij Wereldbibliotheek 288 blz. € 23,99, e-boek € 14,99