Recensie Mieke: Op het allerlaatste moment van Claire Keegan

Drie verhalen over liefde, begeerte, verraad, en de altijd intrigerende verhoudingen tussen vrouwen en mannen.

Op het allerlaatste moment ★★★

De novelle Pleegkind van de Ierse auteur Claire Keegan was een enorm succes. Je leefde intens mee met het negenjarig meisje dat liefdevol wordt opgevangen door pleegouders. Het telde maar honderd hartverscheurende bladzijdes, maar alles stond erin, ook tussen de regels. Een film kwam er ook nog. Dan denkt een uitgever: wat hebben we nog van Keegan? Een verhaal uit 1999, ‘Antarctica’ en een uit 2007. En nog een recent, het titelverhaal. En voilà: Een bundel met drie verhalen over de verziekte verhouding tussen mannen en vrouwen, waarin vooral de mannen er slecht van afkomen.

Cathal, in het eerste, zit in Dublin op kantoor. Hij kan zijn gedachten niet bij zijn werk houden. Dat er iets gebeurd is blijkt uit de bezorgde aandacht van zijn chef. ‘Je weet dat je niet hoeft te blijven hè? Waarom nok je er niet mee voor vandaag?’ Flashback: ontmoeting met Sabine, een halve Française. Ze heeft schwung en smaak. Ze bezuinigt niet op goed eten, maar Cathal valt over de prijs van een pond kersen, waarmee ze een clafoutis wil bakken. Hij weigert aanvankelijk het bedrag te betalen voor het verkleinen van haar trouwring. Als ze bij hem intrekt heeft hij moeite met ‘al die spullen van jou’. Als lezer dacht je allang: wegwezen bij die fantasieloze schriep!

In het tweede verhaal betrekt een schrijfster de cottage van Heinrich Böll op het uiterste puntje van de Ierse westkust. Ze is jarig, 39 wordt ze, een moeilijke leeftijd voor een vrouw alleen. (Dat huisje op Archill Island bestaat echt, en je kunt je aanmelden, mits je schrijver of kunstenaar bent). Net als ze zich heeft geïnstalleerd, belt een onbekende man op. Hij is hoogleraar Duitse literatuur, zegt hij, en wil het huis graag zien. Ze heeft er geen zin in maar laat hem ’s avonds toch langskomen. Ze bakt notabene nog een bramentaart, waar hij gulzig van eet. ‘Veel mensen willen hierheen komen, zei hij. Ik heb die aanvragen gezien.’ ‘Ja ik bof, dat weet ik, zei ze.’ Waarop het gesprek ontspoort en ze hem met moeite de deur uitwerkt. ‘Ze dacht aan de mannen die ze had gekend en aan de huwelijksaanzoeken die ze hadden gedaan en aan haar ja op al die aanzoeken, zonder dat ze ook daadwerkelijk met iemand was getrouwd.’ De mannen komen er niet best vanaf, ik zei het al.

In het derde verhaal is de vrouw wél getrouwd, gelukkig zelfs, maar ze vraagt zich af hoe het zou voelen om met een andere man te slapen. ‘Ze wilde het doen voordat ze er te oud voor was.’ Ze neemt haar intrek in een hotel en legt het aan met de eerste de beste. ‘Hij had een rode gelaatskleur, droeg een gouden ketting in de open hals van zijn Hawaïshirt, had modderkleurig haar, en zijn glas was zo goed als leeg.’ Vanaf het begin hangt er een vreemde spanning, en het loopt slecht af. Al met al best aardig, maar zeker geen minimeesterwerk, zoals de cover belooft.

Uitgeverij Wereldbibliotheek 112 blz. € 21,98 (e-boek € 8,99)