Recensie Mieke: Tot de dood ons scheidt van Lionel Shriver

Echtgenoten Kay en Cyril, allebei gezonde, vitale vijftigers, sluiten een verbond met elkaar.

Tot de dood ons scheidt ***

Lionel Shriver brak door met ‘We moeten het even over Kevin hebben’, over een moeder wier zestienjarige zoon zeven klasgenoten neerschoot. Het werd bekroond en verfilmd. Ik herinner me ook ‘Big brother’ waarin de hoofdpersoon bij haar obese broer gaat wonen. Altijd pakt Shriver met haar romans een maatschappelijk thema bij de kop. Dat maakt haar werk goed en urgent, maar zo’n ideeënroman heeft als nadeel dat de personages soms iets teveel een verzamelingen van eigenschappen zijn, en te weinig van vlees en bloed. Maar vilein en geestig is het wel!

In ‘Tot de dood ons scheidt’ leren we het Londense echtpaar Cyril en Kay kennen: hij is arts bij de National Health Service, zij werkt in de verpleging. Hij ziet hoeveel van het totale gezondheidsbudget wordt uitgegeven aan stokoude mensen, zij is woest omdat ze de afgelopen tien jaar voortdurend met haar demente vader in de weer was. Dat gaan wij anders doen! Roepen ze in koor, en ze spreken af dat ze over dertig jaar, in 2020 pas, dus dat is nog heel ver weg, een einde aan hun leven zullen maken. Het doosje met pillen, waar Cyril als arts makkelijk aan kan komen, staat al die jaren in de koelkast. Het is dus weer een interessante kwestie die Shriver aan de orde stelt. Wat is beter: nog helder van geest en niet krakkemikkig besluiten dat het genoeg is? Of wachten tot het verval intreedt met het risico dat je het zelf niet meer in de hand hebt?

Als we in het volgende hoofdstuk zijn aanbeland, is het 2019. Het gaat nog prima met ze, maar de afspraak staat. Toch? Kay schrijft alvast een afscheidsrede van 31 pagina’s, want hun drie kinderen behoeven toch enige uitleg, het zal ze anders rauw op hun dak vallen. Maar als de dag dan echt is aangebroken slaat de twijfel alsnog toe, bij haar. Ze stuurt haar dochter een berichtje met alle gevolgen van dien.

In hoofdstuk 3 zijn we weer terug bij de situatie op die bewuste avond, maar dan is de afloop helemaal anders. En zo gaat het twaalf hoofdstukken lang: telkens beginnen Kay en Cyril opnieuw aan hun laatste levensfase, steeds op een andere manier. De ene keer besluiten ze tot een luxe oude dag die onbetaalbaar blijkt, de andere keer belanden ze door hun onverschillige kinderen in een vreselijk oord, waar ze gekoeioneerd worden door ‘dokter Mimi’ en langzaam maar zeker van hun persoonlijkheden worden beroofd.  Met een satanisch genoegen beschrijft Shriver wat hen allemaal overkomt. ‘De hardvochtige ontsmetting werd zoals zoveel martelingen de laatste tijd gerechtvaardigd door covid-19.’ Ja, ook de corona-aanpak, met zijn ‘integrale lariekoek van handgels, mondkapjes en maskers, plastic handschoenen’ krijgt een veeg uit de pan. Shrivers fantasie is onuitputtelijk, want zelfs een variant waarin ze zich laten invriezen komt langs. Vermakelijk, grappig en tot nadenken stemmend. Maar als roman iets minder geslaagd dan haar vorige.

En waarom de vertalers woorden als: luddiet en crumpet laten staan zonder enige uitleg? Die heb ik maar opgezocht.

Uitgeverij Atlas Contact 336 blz. € 22,99 (e-book € 12,99)