Recensie Mieke: Zussen van Daisy Johnson

Twee zussen verhuizen noodgedwongen na een onuitsprekelijke gebeurtenis.

Zussen ****

Een lange rit brengt de zussen September en Juli naar een huis aan de kust, hand in hand op de achterbank, moeder rijdt. Dat hun band extreem hecht is weten we ook meteen: ‘Als een van ons spreekt voelen we allebei de woorden op onze tong dansen’. Het huis is vies en raar, ‘overwoekerd, helemaaluitmodel, eengrotesmeerboel.’ Waarom ze erheen gaan, wordt voorlopig nog in het midden gelaten. Dat het een belangrijke rol speelt is duidelijk: ‘Daar staat het huis. Ineengedoken als een kind tegen de lage leistenen muur met daarachter de verlaten schapenwei vol oude uitwerpselen, doornstruiken zo hoog als een mens.’

Een griezelig huis als levend organisme, je voelt aan alle kanten dat het lekker eng gaat worden, en dat wordt het ook. Daisy Johnson is een jonge Engelse schrijfster die haar sporen al verdiende met een ‘gothic’ boek, een genre dat in Nederland nooit echt gefloreerd heeft, al deed Renate Dorrestein haar best, en weet Manon Uphoff ook wel raad met onderhuidse spanning. Wat de aanleiding was voor hun vlucht uit Oxford, wordt beetje bij beetje prijsgegeven, in flashbacks: Juli, die het verhaal vertelt, werd gepest op school, ze had zich ook nog laten verleiden tot het maken van een blootfoto, omdat ze dacht dat een jongen op wie ze verliefd was, haar appjes stuurde. Dat bleek een streek van kwaadaardige vriendinnen. Reden voor September om wraak te nemen voor haar zus. En toen is er iets vreselijks gebeurd. Maar wat?

Moeder is zo depressief dat ze alleen maar in bed ligt, ze voelt zich sowieso buitengesloten en de zussen gaan steeds verder in nare spelletjes, waarbij September, die tien maanden ouder is, haar zusje manipuleert. (Die spelletjes deden me weer denken aan De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld). September geeft opdrachten die variëren van het leegeten van een pot mayonaise tot erger. ‘September zegt’ noemen ze dat spel. ‘September zegt snij jezelf, hier. Ze wijst naar de onderkant van haar hals. September zegt doe het nu of je hebt het hele spel verloren. September zegt schiet op’.

Ze gaan naar het strand, worden dronken, laten zich ontmaagden, over alles hangt een naargeestige sfeer, alle plekken zijn even omineus, of het nou een verlaten vogelhut is of het strand, ‘groezelig schuim van troep en rotzooi.’ Er broeden adders in het hoge gras bij dat strand. Ja, waarom ook niet. Af en toe krijgt de moeder ook een hoofdstuk, dan komen we meer te weten over de vader, een Deen die inmiddels is overleden: zelfmoord? Er wordt op gehint, maar echt duidelijk wordt het niet. Johnson voert de spanning vakkundig op en dit verhaal stevent af op een virtuoos, inventief en verrassend einde.

Uitgeverij Kopernik 192 blz. €19,50 (e-book €9,99)