Mieke van der Weij recenseert Hindergroen van Martine Bijl

Deze week heeft Mieke van der Weij het boek 'Hindergroen' van Martine Bijl gelezen, waarin zij openhartig verteld over haar leven. U leest hier wat Mieke van het boek vindt.

Hindergroen van Martine Bijl ****

Martine Bijl is een vrouw van taal, en ik begrijp dan ook wel waarom haar bundel Hindergroen heet. Zelf schrijft ze erover, in een stuk over haar tuin: “Ik heb onuitroeibare onkruiden die hun handjes juichend uitsteken naar de regenhemel. Hindergroen, heet dat tegenwoordig. Tenminste, ik las het woord ergens en ik heb het meteen verheugd aan mijn vocabulaire toegevoegd. Hindergroen!

(Ik vind die juichende handjes grappig)

Martine Bijl kennen we als sympathieke, ironische presentator van Heel Holland bakt, en dat is ook de toon in dit boek, met columns die eerder verschenen in het tijdschrift ZIN. Lichtvoetige, geestige stukjes die heerlijk weglezen.

Ze gaan vooral over haar dagelijks leven met grote liefde Berend Boudewijn in Maarssen en haar vreugdevolle geploeter in de tuin. Het liefste is ze thuis maar soms moet ze, voor haar werk, naar New York.

Dan gaat ze bijvoorbeeld, met Boudewijn natuurlijk, eten in een beroemd restaurant, wat dan weer een heerlijk stukje oplevert over de overdreven manier waarop je bediend wordt in Amerika, die curieuze mengeling van enthousiasme en opportunisme. “Wonderfull choice!” Als je steak met frieten bestelt, dat werk. Daar kun je je enorm aan ergeren, maar het leuke van Martine Bijl is dat ze het welwillend-afstandelijk beschrijft. “Oberbalts” noemt ze het, ook weer een geweldig woord!

Ook daar gaat het over: woorden. Haar musicalvertalingen bijvoorbeeld. Dat is moeilijker dan menigeen denkt. Dat wil ze dan wel even rechtzetten. “The circle of life”, het openingsnummer van The Lion King, kun je niet vertalen met “De cirkel van het leven”, vindt Bijl. Maar wat dan? “Kringloop” wil ze niet gebruiken vanwege de associatie met rollen grijs wc-papier, dus vertaalt ze het uiteindelijk met “Alles ademt en leeft.” Mooie vondst.

Bijl was zelf ooit zangeres en ze weet dus dat je niet op elke noot alle klanken goed kunt zingen. “Simone Kleinsma zingt als een leeuwerik, maar als ik haar op een hoge, lange eindnoot het woord bewolkt laat zingen, dan wil Simone Kleinsma mij nooit meer zien.”

Ook haar jeugd komt aan bod, als dochter van een huisarts in Amsterdam-West. Die vader was eigenlijk helemaal niet zo aardig voor een dochter: “Volgens mijn moeder vond mijn vader er niks aan als er geen slangetje aan zat; dat had hij haar meteen na de bevalling laten weten en wat mij betreft had mijn moeder dat wel voor zich mogen houden.”

Voor menigeen zou dit een trauma hebben opgeleverd, maar Martine Bijl huppelt er vrolijk overheen. “Later pas besefte ik wat het voor háár betekend moet hebben dat hij dat zei”, is het enige wat ze schrijft. Haar ouders scheidden later wel.

Dit kortebaanwerk is leuk om te lezen, maar het graaft nergens diep. Het pretendeert dat ook niet. Bijl is bijna verontschuldigend.

Sylvia Witteman en Hanneke Groenteman hebben zich enthousiast betoond, dat snap ik: ze hebben beiden een soortgelijke ironische blik op de werkelijkheid. En in de in- en uitleiding gaat ze ook nog in op haar hersenbloeding en haar langzame herstel. Want dat willen mensen allemaal weten.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Hindergroen van Martine Bijl gerecenseerd. Benieuwd wat zij van het boek vinden? U leest het hier.

Volgende week

bespreekt Mieke Lara van Anna Pasternak.