Recensie Het verhaal van een leven

Als kind ontsnapt Appelfeld uit een concentratiekamp. Drie jaar leeft hij in uitgestrekte bossen. Via Italiaanse vluchtelingenkampen bereikt hij in 1946 Palestina.

Het verhaal van een leven ****

In het zaterdagochtendprogramma op NPO Radio 1, dat ik al bijna twintig jaar presenteer, is steevast plaats voor literatuur. De boekenrubriek is befaamd en zorgt er zelfs voor dat boekhandels stapeltjes klaarleggen van wat er is besproken. Zeker in de tijd van de uitbundige Martin Ross: die kon een saai naslagwerk nog zo enthousiast bespreken dat luisteraard het op zaterdagmiddag en masse aanschaften. Sinds Martin weg is, hebben we drie boekbesprekers, en ik doe daar mijn voordeel mee. Colm Toibin heb ik op die manier ontdekt en Marie Ndiaye. Onlangs meldde Jeroen Vullings: “Er is een groot schrijver overleden, hij heet Aharon Appelfeld. Als je iets van hem wilt lezen, moet je Het verhaal van een leven lezen.” Vandaar

Appelfeld werd geboren in het huidige Oekraïne, hij was enig kind in een liefdevol, verlicht, geassimileerd, intellectueel Joods gezin. Toen hij zeven was, brak de oorlog uit. Zijn moeder werd meteen vermoord en Aharon kwam met zijn vader eerst in een getto en later in een kamp terecht. Toen hij tien was, ontsnapte hij en doolde jarenlang rond voor hij in Italië terechtkwam en vandaar naar Palestina kon. Vanaf zijn veertiende probeerde hij daar zo goed en zo kwaad als het gaat, in zijn eentje, een nieuw leven op te bouwen.

Dit zijn de feiten, maar dan hebben we nog geen literatuur.

Dat die er is gekomen, is een lange moeizame exercitie geweest, waar hij uitgebreid op in gaat. Appelfeld sprak Duits met zijn ouders en Jiddisch met zijn oma. Hij heeft grote moeite om zich het Hebreeuws eigen te maken. Ook zijn diensttijd valt hem zwaar. ‘Ik leerde hoezeer ik was doordrenkt met de ervaringen van een gettokind en van een kampgevangene.’ Over de verschrikkingen van het kamp (waarschijnlijk Auschwitz) lezen we niets. Hij kan het zich niet meer herinneren. ‘Alles wat er gebeurd is heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten in de lichaamscellen, niet in het geheugen. Soms is de geur van een gerecht, vocht in mijn schoenen of plotseling lawaai voldoende om me tot diep in de oorlog terug te voeren.’ Zo probeert hij in lange scènes het verhaal van zijn leven te reconstrueren. Hij reflecteert veel, en zijn taalgebruik is precies en ingehouden, maar daardoor des te indringender.

Waar hij wel uitgebreid over schrijft, zijn zijn omzwervingen in de velden en bossen, en hoe hij daar alleen overleefde. Nooit had ik me gerealiseerd hoe vogelvrij die weeskinderen na de oorlog waren. Ze zwierven in kleine gezelschappen van kamp naar kamp, ‘vermaakten de mensen die moe waren van de oorlog en van zichzelf’ en werden genadeloos geëxploiteerd door gewiekste lieden. Deze episodes behoren tot de indrukwekkendste van het boek.

Minder gecharmeerd was ik van de latere verhalen, over zijn leven in Israel en het reilen en zeilen van een bepaalde club waar hij lid van was, of zijn gesprekken over Joodse mystiek en chassidisme. Daar schiet hij soms door in getheoretiseer en haakte ik af. Maar het begin is prachtig.

Volgende week

bespreekt Mieke Ze zullen denken dat we engelen zijn van Bert Natter.

Meer recensies

Een aantal lezers van Miekes Leesclub hebben het boek Het verhaal van een leven gerecenseerd. Benieuwd naar hun mening? U leest het hier.